Peuter
Samenspelen mood picture

Samenspelen

Kijkt je peuter graag naar andere kinderen? Als je kind ongeveer 2 jaar is, wordt hij of zij steeds meer geïnteresseerd in wat anderen doen. Samenspelen doet je kind nog niet, maar dat kun je nu wel gaan oefenen.

Samenspelen is nog moeilijk

Samenspelen moeten kinderen leren. Het gaat meestal niet vanzelf. Tot je kind 2 jaar is, speelt hij of zij nog niet echt samen met andere kinderen. Je kind speelt náást andere kinderen.  De peuters zitten in dezelfde ruimte, soms met hetzelfde speelgoed. Maar elk kind is zelf bezig.

Peuters kunnen nog niet goed delen, op hun beurt wachten bij een spelletje of een ander iets gunnen. Ze hebben nog niet door dat anderen ook gevoelens en wensen hebben. Wat ze wel doen, is goed naar elkaar kijken en elkaar nadoen.

Pas tussen de 3 en 4 jaar gaan kinderen echt met elkaar spelen. Je kind gaat dan merken dat andere kinderen ook wensen en gevoelens hebben. Ze gebruiken dan hetzelfde speelgoed, houden al een beetje rekening met elkaar en reageren op elkaar.

Samenspelen is goed

Van samenspelen leren kinderen:

  • speelgoed delen en af en toe even wachten;
  • zich inleven in andere kinderen;
  • rekening houden met andere kinderen;
  • dat het leuk is om vriendjes en vriendinnetjes te hebben;
  • ruzie oplossen met woorden in plaats van met schoppen en slaan.

Samenspelen is ook goed voor de taal– en denkontwikkeling. En voor de ontwikkeling van humor en fantasie.

Oefenen met delen

Wil je peuter geen speelgoed delen? Dwing hem of haar dan niet. Dan wordt het de volgende keer nog moeilijker. Probeer het over een poosje opnieuw.

Oefenen met delen is makkelijker met iets dat niet van hem of haar is. Laat je peuter bijvoorbeeld zelfgebakken koekjes uitdelen. Je kunt je kind ook een taak geven: “Zorg jij dat iedereen evenveel rozijntjes krijgt?” Als dat goed gaat, kan je kind tijdens het spelen iets delen waar hij of zij er meer van heeft. Bijvoorbeeld autootjes of bouwblokken. Let op dat je kind de uitgeleende spullen na een korte tijd ook weer terugkrijgt.

Hoe leer je je kind samenspelen?

  • Breng je kind in contact met andere kinderen. Doe samen tikkertje of verstoppertje.
  • Geef woorden aan gevoelens. Zeg bijvoorbeeld: “Kijk, je vriendinnetje huilt. Ze is verdrietig, omdat ze haar knuffel kwijt is.” Een kind kan beter omgaan met anderen als hij of zij zich leert inleven in de gevoelens van anderen.
  • Geef je kind een compliment  als hij of zij samenspeelt of iets deelt.
  • Vertel je kind dat sommige spullen van iemand anders zijn. Hij of zij mag die niet zomaar afpakken. Leer je kind om te vragen om iets dat jij hebt. En vraag zelf ook eens een speeltje aan je kind.
  • Leer je kind dat een ander ook ‘nee’ kan zeggen. Dat moet hij of zij dan accepteren.
  • Geef je kind vanaf ongeveer 3 jaar de kans om probleempjes zelf op te lossen. Reageer positief als dat lukt. Grijp wel in als er boosheid ontstaat.
  • Geef zelf het goede voorbeeld. Laat zien hoe jij met andere mensen omgaat.
  • Doe met je kind makkelijke spelletjes waarin je ‘om de beurt’ iets moet doen. Zo leert je kind te wachten.
  • Geef je kind op voor de speelleergroep. Dit heette eerst peuterspeelzaal. Kinderen leren op de speelleergroep samenspelen. Ze komen in contact met allerlei verschillende kinderen.

Spelletjes met regels

Vanaf ongeveer 3 jaar kun je ook spelletjes met regels spelen. Kies wel korte spelletjes met eenvoudige regels, bijvoorbeeld memory of domino. Bij deze spelletjes leren kinderen om zich aan regels houden. Ze leren op hun beurt wachten, rekening houden met anderen en omgaan met verliezen en winnen.