Mobiele telefoon en smartphone

Hoe oud is jouw kind als hij of zij een eigen mobiele telefoon of smartphone krijgt? We vinden het niet vreemd om kinderen van 8 of 9 jaar met een telefoon te zien. Als kinderen naar de middelbare school gaan, hebben ze bijna allemaal een smartphone. Is jouw kind wel heel veel met de smartphone bezig? Wanneer wordt het een verslaving? Maak afspraken over het gebruik van de smartphone.

Vanaf welke leeftijd mag je kind een telefoon?

Jij bepaalt dit als ouder natuurlijk zelf. Sommige ouders vinden het prettig als hun kind altijd bereikbaar is. Anderen willen nog even wachten met een eigen telefoon. Op de basisschool hebben kinderen nog geen telefoon nodig. Als ze naar de brugklas gaan, wordt dat anders. Je kind is dan meestal langer zelfstandig onderweg. Het is fijn als je kind jou kan appen of bellen als hij of zij een lekke band heeft. Of vertraging in het openbaar vervoer. Veel middelbare scholen gebruiken een app voor informatie over het rooster. Je kind krijgt dan een appje bij wijzigingen of lesuitval. De smartphone is ook belangrijk voor je kind om contact te houden met vrienden.

Met een smartphone heeft je kind overal en altijd toegang tot internet en social media. Wil je dat wel? Je wilt je kind niet buitensluiten van vrienden en klasgenoten. Maar steeds meer deskundigen en ouders maken zich zorgen. Over minder tijd om te spelen, minder echt contact,  minder concentratie en te veel schermtijd. Een groep ouders maakt zich sterk voor Smartphonevrij Opgroeien.

Deskundigen zijn het er  niet over eens of er een minimum leeftijd moet komen voor een smartphone. 

Lees op Consumentenbond.nl waar je op let bij het kopen van een telefoon voor je kind.

Geen telefoon in de klas

Kinderen mogen hun telefoons niet meer in de klas bij zich houden. Dit geldt voor de basisschool en de middelbare school. Alleen als de telefoon nodig is in de les, mag die gebruikt worden. Op de basisschool moet de telefoon meestal ingeleverd worden bij de leerkracht. Op de middelbare school moet hij in een kluisje. Uit onderzoek blijkt dat kinderen zich zonder smartphone in de klas beter concentreren. In de pauze hebben kinderen meer contact met elkaar.

Regels en tips voor je kind en telefoon

Je praat waarschijnlijk met je kind over veilig zijn op internet. Zodra je kind een smartphone heeft, gelden die afspraken ook voor de telefoon. Daarnaast zijn er nog wat regels en tips.

1. Praat over fatsoenlijk omgaan met je telefoon. Je gebruikt deze bijvoorbeeld niet aan tafel. Als je met anderen bent, stop je je telefoon weg.
2. Geef zelf het goede voorbeeld: leg je smartphone regelmatig weg.
3. De telefoon blijft in de woonkamer als je kind gaat slapen. Vooral vanwege het blauwe licht dat het beeldscherm uitstraalt.
4. Verbied je kind een mobiel te gebruiken in het verkeer.
5. Leg uit dat je alleen foto’s of filmpjes van anderen online mag zetten als je dat gevraagd hebt.
6. Je mag nooit je telefoonnummer aan onbekenden geven.
7. Je kind kan  altijd met jou praten als er iets vervelends is gebeurd op internet.
8. Maak ook afspraken over de kosten. Voorkom dat je kind te veel geld kan uitgeven. Kies je voor een abonnement of prepaid?

Let ook op wat je kind met de telefoon of smartphone doet. Praat over welke apps je kind gebruikt en wat je kind allemaal leest op internet en social media. Als het echt nodig is, kun je in de basisschoolleeftijd nog best eens in de telefoon kijken.

‘Verslaafd’ aan de smartphone

Een smartphone hebben is leuk. Je kunt altijd en overal contact zoeken met vrienden. Je kunt even een spelletje doen, iets opzoeken, de weg vinden… Misschien merk je zelf ook dat je onrustig wordt als je je telefoon niet bij je hebt. Het is goed om samen te praten over hoeveel tijd en aandacht de smartphone vraagt. Wees in dat gesprek eerlijk over jezelf. Je kunt afspreken om de smartphone eens wat vaker weg te leggen. Sinds het telefoongebruik in de klas verboden is, zeggen kinderen ook dat het gezelliger is met elkaar. Veel pubers weten best dat social media en de smartphone veel aandacht van ze vragen. We noemen het pas een verslaving als er echt problemen door komen in het dagelijks leven. En als het je kind zelf niet lukt om dit gedrag te veranderen.

Signalen van ongezond smartphone gebruiken

Merk je dat je kind door de smartphone problemen krijgt met anderen: thuis, op school of op het werk? Dat is een teken dat hij of zij verkeerd bezig is.

Het zijn signalen van ongezond (verslaafd) smartphonegebruik als je kind:

• vaak denkt aan zijn of haar telefoon of aan bepaalde apps, games of sociale media;
• steeds langer met de smartphone bezig is;
• eigenlijk niets anders meer doet en alle leuke dingen uit de mobiel haalt;
• wel eens heeft geprobeerd minder tijd te besteden aan telefoon en sociale media, maar dit niet lukte;
• onrustig of boos wordt als hij of zij de smartphone niet kan gebruiken;
• vaak langer met de telefoon bezig is dan hij of zij van plan was;
• wel eens problemen op school of werk heeft gehad door de telefoon;
• veel ruzie heeft met de mensen om zich heen over de manier waarop hij of zij omgaat met de mobiel;
• wel eens liegt over de hoeveelheid tijd die hij of zij aan de smartphone besteedt;
• de smartphone gebruikt om zichzelf af te leiden van dagelijkse problemen.

Smartphone minder gebruiken tips

Steeds meer mensen (jong en oud) willen niet voortdurend bezig zijn met hun mobiele telefoon en sociale media. Wil jouw kind dat ook? Dan is de eerste stap: bewuster omgaan met de telefoon. Er zijn steeds meer handige hulpmiddelen die mensen hierbij helpen. Zo kun je met Instagram zelf bijhouden hoe lang je met deze app bezig bent. Er zijn ook apps die je smartphonegebruik bijhouden in uren en minuten per app. Kijk ook eens op Mediawijsheid.nl voor tips hoe je een gezond evenwicht houdt tussen online en offline zijn.

Als je kind meer zicht heeft op zijn of haar smartphonegebruik, kan je kind stap voor stap proberen dit gedrag te veranderen. Het kan dat je kind daar een slecht humeur van krijgt. Is dit na twee weken nog niet voorbij? Vraag dan hulp aan de huisarts of de vertrouwenspersoon op school.

Schadelijke straling