Peuters gaan beseffen dat ze een eigen persoon zijn. Ze gaan beter praten, denken en onthouden. Ze willen steeds meer zelf doen maar moeten hiervoor nog oefenen. Veel dingen kunnen ze nog net niet.
Jouw kind heeft vooral aandacht en emotionele veiligheid nodig. Kinderen die positief worden opgevoed, hebben een grote kans om zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen met veel zelfvertrouwen. Veiligheid, rust en regelmaat, duidelijke grenzen en positieve aandacht zijn belangrijk. En wat doe je als je kind telkens over die grenzen gaat?
Hoe steun je jouw peuter?
Je peuter heeft jou nog hard nodig om de wereld te kunnen verkennen. Jij bent de veilige haven waar je peuter naartoe kan als het te spannend wordt.
- Toon interesse. Kijk en luister goed naar je kind. Wat kan het al? Wat vindt hij of zij leuk? Vraag je kind ook regelmatig te vertellen over wat het deze dag heeft meegemaakt.
- Geef je kind de tijd om duidelijk te maken wat het bedoelt. Door te wachten, te kijken en te luisteren leer je je peuter kennen en kun je reageren op een manier die bij je kind past.
- Geef je peuter ook de kans om zelf initiatieven te nemen. Zo voelen ze dat je hen belangrijk vindt.
- Troost je kind als het verdrietig is. Als je troost, verwijt je kind dan niet tegelijk als het iets ‘verkeerd’ heeft gedaan.
- Erken en noem gevoelens van je kind en vertel dat je die begrijpt. Want daar heeft je kind zelf nog niet genoeg woorden voor.
- Trekt je peuter haren uit het hoofd? Vaak is dit een automatische gewoonte, die vanzelf overgaat. Doet je kind het wel bewust, dan is het misschien een manier om aandacht te vragen. Praat niet over het haren uittrekken, maar geef je kind meer aandacht. Bijvoorbeeld door samen te spelen of voor te lezen. Soms trekt een kind haren uit door spanning. Probeer dan uit te zoeken waar de spanning vandaan komt en er iets aan te doen.
- Zorg dat je kind zich vrij kan bewegen in een veilig thuis. Dan zal het veel gaan ontdekken en uitproberen. Lees ook op kinderveiligheid.nl waar je nu rekening mee moet houden om je peuter veilig te laten opgroeien.
- Zorg voor rust en regelmaat. Duidelijkheid is veiligheid voor een peuter.
Hoe zorg je voor rust en regelmaat?
Tijdens het slapen groeien kinderen en verwerken ze wat ze gezien en geleerd hebben. En ze krijgen weer energie voor de volgende dag.
- Een rustige omgeving is goed voor peuters. Dus niet de hele dag de televisie of harde muziek aan. En niet overal veel speelgoed en rommel.
- Probeer rustig te blijven, ook als je kind iets doet wat je boos maakt.
- Als je kind gaat slapen, doe dan alles wat moet gebeuren zoals tanden poetsen, voorlezen, welterusten zeggen in een vaste volgorde. Dat maakt het makkelijker voor je kind om de dag af te sluiten en tot rust te komen.
Regelmaat zorgt ervoor dat kinderen weten waar ze aan toe zijn. Dat geeft houvast en vertrouwen.
- Vertel je kind van tevoren wat jullie gaan doen.
- Je kunt je dag indelen met een vast patroon: zo veel mogelijk op vaste tijden en volgens een vast volgorde opstaan, eten, naar school gaan en gaan slapen.
- Van dingen telkens op dezelfde manier doen, leert je kind. Als je bijvoorbeeld na het spelen altijd het speelgoed opruimt, zal je peuter dat zelf ook gaan doen.
Zorg ook goed voor jezelf. Het opvoeden wordt daar makkelijker en leuker van. Als je luistert naar je eigen behoeften, kun je makkelijker geduldig en consequent zijn. En makkelijker aandacht hebben voor je kind op de juiste momenten.
Hoe help je je peuter zelfstandig te worden?
Peuters worden zelfstandiger en willen graag dingen zelf doen. Je kind moet eraan toe zijn om iets nieuws te leren. Dat lukt niet altijd meteen en dat vraagt geduld van jou als ouder. In deze ‘eigenwijze’ fase is het belangrijk om je kind aan te moedigen.
- Geef je kind de ruimte om zelf dingen te proberen, ook al kost dat soms tijd. Jassen en schoenen dichtmaken gaat natuurlijk sneller als je het zelf doet, maar peuters leren meer als je hen de kans geeft het zelf te proberen. Ze willen dat zelf ook graag.
- Zeg vooral wat wel goed gaat, en prijs je kind vooral omdat het iets probeert of zijn of haar best doet. Je kunt je kind ook een aai over de bol geven, een glimlach of een schouderklopje geven of je duim opsteken als beloning. Als je kind een compliment krijgt voor iets wat het goed doet, zal het dat vaker gaan doen. Van complimenten groeit het zelfvertrouwen van je kind!
- Geef je peuter de kans geven om iets van jou te leren. Leg bijvoorbeeld uit hoe iets werkt of doe dingen voor. Laat je kind dingen zelf uitproberen en stoor het daar niet te veel bij. Als je kind gevaar kan lopen, grijp je natuurlijk in.
- Als je kinderen de ruimte geeft om kleine keuzes te maken, leren ze om te kiezen en voelen ze dat hun mening ertoe doet. Je kunt je peuter het best uit twee dingen laten kiezen. ‘Wil je het rode of het blauwe shirt aan?’
Hoe leer je kind luisteren?
Peuters moeten veel leren en ze moeten daar ook zin in hebben. Als er strijd is, heeft je kind minder zin om iets te leren. Hoe leer je je kind op een leuke, positieve manier om te luisteren?
- Leid je kind af als het zeurt. Geef aandacht aan iets anders: ‘Zie je dat hondje?’
- Maak een grapje als je kind iets niet wil. Zo voorkom je ruzie.
- Maak er een spelletje van als je kind bijvoorbeeld de beker niet leeg wil drinken: ‘Wie heeft het eerst zijn beker leeg?’
- Zeg vooral wat wel mag, bijvoorbeeld: ‘Netjes eten, hoor.’ Dat is positiever dan: ‘Niet knoeien.’
Hoe stel je grenzen aan een peuter?
Regels en grenzen geven duidelijkheid en veiligheid. Maar peuters moeten hiermee om leren gaan en kunnen best koppig zijn. Ze leren zich stapje voor stapje aan regels te houden, maar ze leren dat vooral door over grenzen te gaan. Dat doen ze niet om jou dwars te zitten, maar omdat dat nou eenmaal de manier is waarop ze dat leren.
- Wees duidelijk en stel heldere regels. Maak de regel kort en bondig, bijvoorbeeld: ‘Je mag niet gooien met spullen.’
- Kijk je kind in de ogen als je de regel vertelt.
- Begin met een paar regels, te veel is te moeilijk voor je peuter
- Peuters leren langzaam. Herhaal de regel dus vaak, houd vol en heb geduld. Pas de regel consequent toe.
- Geef zelf het goede voorbeeld. Houd je dus ook aan dezelfde regels.
- Probeer het verschil te zien tussen gevoel en gedrag. Doordat peuters zich nog niet goed kunnen uiten, doen ze soms heftig. Keur niet het gevoel af, maar wel het ongewenste gedrag. Zeg bijvoorbeeld: ‘Je mag wel boos zijn, maar niet slaan.’ Door de gevoelens van je peuter te benoemen en tegelijkertijd agressie niet te accepteren, steun je je peuter en stel je duidelijke grenzen.
Wat als je kind over de grens gaat?
Soms blijft je peuter maar doorgaan met ongewenst gedrag. Ze trekken de kat aan de staart, maken dingen kapot of gaan slaan en schoppen. Je hebt al duidelijk ‘nee’ gezegd en verteld wat je kind moet doen, maar het helpt niet. Vanaf een jaar of 3 kun je je kind dan even stil laten zitten of apart zetten.
Je peuter even laten stilzitten
- Zet je kind even een minuut op een rustige plek in de ruimte waar je op dat moment bent, bijvoorbeeld op een stoel of een kleedje.
- Vertel je kind kort en precies wat je doet en waarom, bijvoorbeeld: ‘Je moet hier nu zitten, omdat je niet mag slaan. Dat doet pijn.’
- Bij peuters kun je er beter wel even bij blijven, maar geef ze in die minuut helemaal geen aandacht. Kijk bijvoorbeeld de andere kant op.
- Blijft je kind een minuut rustig zitten, laat het dan weer van de stoel opstaan en bespreek nog even wat je verwacht. Help je kind weer op te pakken wat het aan het doen was. Geef een compliment als hij of zij zich weer goed gedraagt.
- Doet je kind niet wat je zegt, dan kun je het nog een keer laten stilzitten.
Je peuter apart zetten
Soms is het beter om je kind even uit te ruimte te halen waar het is, bijvoorbeeld als hij of zij erg opstandig is of iemand slaat. Je kind kan dan even tot rust komen.
- Zet je kind apart na een laatste waarschuwing.
- Kies een veilige, rustige plek uit waar het rustig is en liefst ook saai, zodat je kind er niets te doen heeft. Een of twee minuten daar zitten is vaak al genoeg.
- Leg uit waarom je je kind apart zet. Blijf rustig, ga niet in discussie.
- Jij bepaalt wanneer je kind weer terug mag komen.
Waarom moet je nooit slaan?
Geef je kind nooit een klap als je boos bent. Het doet pijn en is schadelijk voor het lichaam, voor het gevoel van eigenwaarde en het zelfvertrouwen. Een kind leert er niets van. Slaan is ook verboden in de Nederlandse wet.
Kinderen die te maken krijgen met mishandeling of misbruik, hebben de hele tijd stress en daar kunnen ze nu en later veel problemen door krijgen.
Lukt het je niet om een veilig thuis te bieden, bijvoorbeeld omdat je zelf problemen hebt? Blijf er niet mee zitten, maar praat erover met iemand die je vertrouwt. Of met je eigen huisarts. Of bel (anoniem) voor advies of hulp met Veilig Thuis: 0800-2000.
Meer over opvoeden peuters
- Positiefopvoeden.nl
- In dit filmpje geeft Fiona tips over hoe je je peuter kunt stimuleren om zelfstandiger te worden: