Groei info/peuter/ontwikkeling/sociaal emotionele ontwikkeling/verlegenheid
Verlegen mood picture

Verlegen

Denk jij dat je kind verlegen is, of afwachtend? Dat is heel normaal. Hoe kun je omgaan met een verlegen of afwachtend kind?

Verlegen peuter

Peuters ontdekken hun ‘eigen ik’, ze worden zich bewust van zichzelf. Bij vreemden of in een onbekende situatie kunnen ze daardoor verlegen worden. Dat is heel normaal op deze leeftijd. Je kind kruipt weg of zegt niets meer en moet even wennen voor het zich weer veilig en vertrouwd voelt.

Probeer je kind te begrijpen

Past het verlegen zijn bij de leeftijd van je kind? Heeft het verlegen zijn met het karakter van je kind te maken? Praat er met mensen over die je kind kennen, zonder dat je kind daar bij is.

Hoe kun je je verlegen kind helpen?

Als je kind volgens jou te verlegen is of zelf last heeft van zijn verlegen zijn, zijn er verschillende dingen die je kunt doen.

  • Houd rekening met het karakter van je kind. Neem hem of haar bijvoorbeeld niet steeds overal mee naar toe als het heel moeilijk went aan nieuwe situaties.
  • Leef je in in je kind, zodat je kunt inschatten hoe je kind zal reageren in een nieuwe situatie en wat het aan zou kunnen. Probeer er niet boven te gaan zitten. Zo help je je peuter op een zachte manier door spannende momenten heen. Dit is goed voor het zelfvertrouwen.
  • Geef complimenten als je kind heeft geprobeerd iets nieuws te doen. Dit is goed voor het zelfvertrouwen.
  • Maak het onbekende bekend. Vertel bijvoorbeeld waar je heen gaat en wie daar is.
  • Doe iets samen als je kind het moeilijk vindt.

Wat kun je beter niet doen?

  • Besteed niet te veel aandacht aan het verlegen zijn.
  • Noem je kind niet verlegen en sta ook niet toe dat anderen je kind verlegen noemen. Zeg bijvoorbeeld tegen mensen die je kind verlegen noemen, dat het heel normaal is om niet zomaar iedereen te vertrouwen.
  • Houd je kind niet weg van moeilijke situaties. Bescherm het niet teveel.
  • Wees niet boos en dwing je kind niet om tegen de angst in door te zetten. Dit maakt je kind onzeker en boos.
  • Manipuleer nooit met uitspraken als: “Als je zo doet, vind ik je niet meer lief.”

Is je kind afwachtend?

Sommige kinderen kijken eerst een poosje voordat ze mee gaan doen. Daar is niets mis mee, als ze daar zelf tevreden mee zijn. Zie je dat je kind mee wil doen, maar dat eigenlijk niet durft? Dan kun je je kind een beetje op weg helpen:

  • Geef je kind genoeg tijd om te kijken wat er gebeurt en na te denken. Je kunt het daarna een keer aanmoedigen om actief mee te doen.
  • Geef je kind de kans om in het eigen tempo vertrouwd te raken met iets onbekends of nieuwe mensen. Leg uit wat er gaat gebeuren en stel je kind op zijn gemak.
  • Doe af en toe iets nieuws met je kind. Moedig je peuter aan om mee te doen en geef complimentjes als het goed gaat.
  • Zeg regelmatig dat het niet erg is om fouten te maken, dat je iets mag proberen, dat je vragen mag stellen of hulp mag vragen.
  • Vertel je kind regelmatig waar het goed in is.  Je kind kan zelf al veel. Laat zien dat je daar vertrouwen in hebt.

Als je denkt dat er meer aan de hand is dan normale verlegenheid, praat er dan over met de jeugdgezondheidszorg.