Ouderschap
Kinderopvang mood picture

Kinderopvang

Een kinderdagverblijf, gastouder, speelleergroep, buitenschoolse opvang… Welke kinderopvang past bij jou of bij jullie? Je kind zal er veel leren. Hoe kun je je kind voorbereiden op de opvang? En wat kun je doen als je geen gevoel hebt over de kinderopvang?

Kiezen voor een soort kinderopvang

Welke vorm van opvang je kiest, hangt af van je werk, je eventuele relatie, je wensen en je kind. Kijk op Boink.nl voor meer informatie over de soorten opvang, de kosten, en hoe je dit het beste kunt regelen. Als werkende of studerende ouder krijg je kinderopvangtoeslag.
Op de kinderopvang is het vaak drukker dan thuis. Is je baby heel gevoelig voor prikkels? Dan is een babygroep waarschijnlijk fijner dan een groep met kinderen van 0 tot 4 jaar. Als dit niet kan, vertel de kinderopvang dan wat helpt om jouw baby rustig te houden en te krijgen.

Je kind voorbereiden op de kinderopvang

Meestal kun je je kind al één of meer keer naar de opvang brengen vóórdat je weer aan het werk gaat. Dat is een fijne manier om je kind even te laten wennen.

Krijgt je baby borstvoeding? Begin dan op tijd met je baby te laten wennen aan het drinken uit een fles.

Heb je vragen over hoe een dag eruitziet op een kinderopvang? Hebben ze er andere regels dan bij jou thuis? Dat is handig om te weten. Je hoeft je regels thuis niet aan te passen aan de regels van het kinderdagverblijf of de gastouder. Ook jonge kinderen leren al snel dat dingen anders gaan op verschillende plekken.

Een baby volgt ook op de kinderopvang zijn of haar eigen slaapritme. Peuters doen op de opvang meestal allemaal tegelijk een middagslaapje. Het kan handig zijn om je peuter thuis ook op dat tijdstip naar bed te brengen.
Nadat ze op de opvang zijn geweest, slapen sommige kinderen de volgende dag thuis langer.  Of ze worden ‘s nachts weer (vaker) wakker. Thuis is er minder achtergrondgeluid en je kind is misschien nog moe na een dag spelen met andere kinderen.

Je kind leert van alles bij de kinderopvang

Op het kinderdagverblijf, de speelleergroep, de buitenschoolse opvang (bso) en de gastouderopvang kan je kind zich verder ontwikkelen. Door het contact met andere kinderen  leren ze samen spelen, spullen delen en omgaan met ruzies.

Ook organiseert de opvang leuke en spannende activiteiten. Op sommige bso’s kunnen de kinderen bijvoorbeeld ook sporten, muziek maken of in een groentetuin werken.

Niet altijd leuk op de opvang

Kinderen leren het meest van en met andere kinderen. En kinderen vinden het vanaf de peuterleeftijd leuk om met andere kinderen te zijn.
Maar kinderen vinden het niet altijd leuk om naar de opvang gaan. Misschien ziet je kind altijd tegen dingen op? Vaak gaat het prima als je kind er eenmaal is. Neem je kind serieus en vraag wat maakt dat hij of zij de opvang niet leuk vindt. Bespreek het ook met de leiding bij de opvang.

Twijfels over kinderopvang

Heb je geen goed gevoel over de kinderopvang van je baby of peuter? Vaak kost het moeite om je kind los te laten. Zelf moet je in het begin ook wennen. Misschien heb je het gevoel dat anderen nooit zo goed voor je kind kunnen zorgen als jijzelf. Op een gegeven moment gaan die gevoelens over. Dan zie je ook de goede kanten van een kinderdagverblijf.

Praat over je gevoelens

Blijf je twijfelen? Praat ook eens met andere ouders.

Als je een naar gevoel blijft houden over de opvang van je kind, wees dan eerlijk tegen jezelf én de kinderopvang. Bedenk waar je precies mee zit en bespreek dat met de groepsleiding.

Je kunt ook vragen hoe zij tegen opvoeding aankijken (hun ‘pedagogische visie’). Misschien heb jij een heel ander idee over wat belangrijk is in verzorging, opvoeding en veiligheid van kinderen. Vertel wat je verwachtingen zijn en vraag of zij die kunnen waarmaken. Levert dat niets op, neem dan eens een kijkje bij een andere opvang. Neem je gevoelens in ieder geval serieus en praat erover.