Peuter
Peuterpuberteit mood picture

Peuterpuberteit

Kinderen gaan vanaf ongeveer 1,5 jaar de wereld ontdekken en grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf maar dat lukt of mag nog niet altijd. Dan kunnen peuters boos of bang worden. Ze kunnen zich niet altijd beheersen en driftig worden. Deze fase noemen we soms de peuterpuberteit. Hoe kun je het best met je kind omgaan in deze fase?

Wat merk je in de peuterpuberteit?

Peuters merken dat ze een eigen ik hebben en willen dingen zelf gaan doen. Je zoon wil bijvoorbeeld zelf zijn jas aantrekken, maar krijgt de rits nog niet dicht. Dit frustreert hem enorm. Als je hem wilt helpen, wijst hij dat af. Dit soort gebeurtenissen herken je misschien. Soms komen er heftige emoties bij kijken. Driftbuien komen vaak voor in deze periode. Soms zie je dan dat peuters hun adem inhouden, schreeuwen, grommen of op de grond gaan liggen gillen. Dit is normaal. Peuters kunnen nog niet goed met hun emoties omgaan en hebben daarom jou als ouder nodig om hen hierbij te helpen.

Tips voor opvoeden tijdens de peuterpuberteit

  • Door je kind op verschillende momenten positieve aandacht te geven, is de kans op driftbuien kleiner. Geef je kind aandacht door bijvoorbeeld samen te spelen of te knuffelen, geef je kind complimenten als het iets goed doet (‘Wat heb jij netjes opgeruimd!’) en geef je kind keuzes (‘Wil je pindakaas of smeerkaas op brood?’).
  • Zorg voor een voorspelbare omgeving, met bijvoorbeeld vaste etenstijden en een vast ritueel voor het slapen. Je kind weet zo welke dingen wanneer gebeuren. Dat geeft je kind een gevoel van controle over alles om hem heen.
  • Heb niet te hoge verwachtingen: peuters kunnen bijvoorbeeld nog niet zo lang aan tafel zitten.
  • Zorg dat je kind niet steeds in situaties terecht komt waarin het ‘nee’ te horen krijgt. Blijf voorspelbaar en houd dezelfde regels, maar zorg wel dat de regels haalbaar zijn voor jullie allebei. Ruim bijvoorbeeld spullen op waar je kind niet aan mag zitten.
  • Peuters vinden het fijn om zo veel mogelijk zelf te doen. Geef je kind die kans, moedig het aan en geef complimentjes. Ook voor mislukte pogingen kun je complimentjes geven. Je kunt dan bijvoorbeeld zeggen: ‘Je hebt geprobeerd op het potje te plassen. Wat goed van je!’