Puber
Social media mood picture

Social media

Social media is een grote rol gaan spelen in ons leven. Zeker voor pubers. Via social media houden ze contact met vrienden en blijven ze op de hoogte wat vrienden doen, krijgen ze informatie en zien ze grappige filmpjes.
Als pubers geen internet hebben om contact te kunnen maken met hun vrienden, kunnen ze zich heel eenzaam voelen. Online contact is een aanvulling op het zien en spreken van vrienden. Door contact met vrienden, ontdekken ze wie ze zijn.
Het blijft belangrijk om te weten wat je kind doet en ziet via social media. En om in de gaten te houden of het er onzeker van wordt. Praat er daarom over met je kind.

Social media ontdekken

Als kinderen beginnen met social media moeten ze ontdekken hoe online communicatie werkt. Ze begrijpen elkaar soms verkeerd, er kan pestgedrag ontstaan en ruzie. Pubers zijn meestal al wat meer vertrouwd met social media en maken minder ruzie. Ook het digitale pesten neemt af.

Vanwege de privacywet mag je kind vanaf 13 jaar een eigen account maken, en dan nog alleen met toestemming van de ouders. Pas met 16 jaar kan je kind zonder toestemming accounts aanmaken.

Snapchat, Instagram en Tiktok

De meest gebruikte apps onder pubers zijn Snapchat, Instagram, TikTok en Whatsapp.

Instagram is een platform om jezelf te laten zien zoals je wilt zijn en gezien wilt worden. Voor pubers is dit erg belangrijk. Het kan zelfs je status bepalen. Ze laten bijvoorbeeld hun nieuwe schoenen of kapsel zien of hoe ze met vrienden chillen. Als anderen dit liken geeft dat een goed gevoel. Maar als je geen likes krijgt, kan dat het gevoel geven dat je blijkbaar niet populair bent.

Snapchat draait juist om het directe contact met vrienden. Hier ben je echt onder elkaar en niemand anders kijkt mee. Pubers bevestigen en versterken zo hun vriendschap met elkaar. Ze delen beelden met elkaar die anderen niet zien. Door elke dag bijvoorbeeld minstens één foto uit te wisselen, bouw je een ‘streak’ op.

Op TikTok kun je makkelijk korte video’s plaatsen en vinden. Eerst waren het vooral playbackfilmpjes, maar nu vind je er veel meer soorten korte video’s.

WhatsApp gebruiken ze ook, om te appen of gratis te bellen. Of omdat ze in een WhatsApp-groep zitten met de klas of met het sportteam.

Onzeker door social media

De meeste pubers (en volwassenen) delen op social media alleen positieve en leuke dingen. Daardoor lijkt het alsof ze allemaal een perfect leven hebben. Bijna niemand deelt zijn saaie dagen of teleurstellende ervaringen. Die mooie plaatjes en perfecte levens kunnen voor stress en depressieve gevoelens zorgen bij je puber. Misschien gaat je kind twijfelen over zichzelf en het eigen leven. Je puber wéét natuurlijk wel dat mensen alleen de mooie momenten uit hun leven delen, maar kan er gek genoeg toch somber van worden.

Bijna iedereen is gevoelig voor reacties online. Als de post van je puber wordt geliked, geretweet of gedeeld, geeft dat een goed gevoel. En als dat niet gebeurt, kan je puber zich misschien teleurgesteld of onzeker voelen. Je puber kan zich ook buitengesloten gaan voelen door wat er gebeurt op social media.

Uit onderzoek blijkt dat veel jongeren voortdurend op social media zitten. Ze zijn bang om dingen te missen. Dat heet ‘Fear of Missing Out’ (FOMO). Daarom heeft je puber de neiging om altijd online te blijven, want wie weet? Leer je kind  daarmee omgaan. Praat over die druk, zodat hij of zij keuzes leert maken. Zorg dat er genoeg momenten zijn om ook even los van die druk te zijn: even zonder smartphone.

Lichamelijk en psychische klachten door social media

Iemand die veel last heeft van FOMO kan ook lichamelijke reacties krijgen, zoals zweten, zenuwachtig zijn en hartkloppingen. Bijvoorbeeld als er een nieuw bericht binnenkomt. Of als er heel veel whatsappjes nog gelezen moeten worden.
En lang naar een beeldscherm kijken is slecht voor de ogen. Je kunt er bijziend van worden. Dat betekent dat je op afstand niet scherp kunt zien. Om te voorkomen dat je bijziend wordt, moet je afwisselend dichtbij en veraf kijken. Oogartsen raden aan: na 20 minuten beeldschermtijd, 20 seconden in de verte kijken.

Als je veel op social media zit, kan je ook psychische klachten krijgen. Zoals angst, depressie en slaapproblemen.
Social media kunnen je puber tot laat bezighouden. Het is dan moeilijk om in slaap te vallen. Steeds vaker krijgen pubers hierdoor moeite met slapen. Hun slaapritme kan slechter worden. Blauw licht heeft invloed op onze biologische klok en kan zo de slaap verstoren. Door slaaptekort kun je je slechter concentreren en minder goed presteren. Op veel telefoons zit een functie waarmee het blauwe licht een beetje wordt gefilterd.

Filmpje: Leuk en veilig mediagebruik

Social media tips

Je kunt de volgende tips voor je kind met hem of haar bespreken:

  • Op verschillende social media kun je privacy-instellingen aanpassen. Je kunt het instellen op ‘alleen vrienden’ of er een slotje op zetten. Dan kan niet iedereen bij je profiel komen en de foto’s en posts zien.
  • Op VPNgids.nl lees je meer over hoe je je privacy op bijvoorbeeld Facebook, Twitter en Tik Tok kunt beschermen.
  • Wees eerlijk over jezelf op social media.
  • Vraag jezelf af waarom je iets post. Wil je iets delen of wil je vooral meer volgers en vrienden krijgen? Waar voel je je goed bij?
  • Probeer jezelf niet te vergelijken met anderen. Want vaak stellen mensen zichzelf en hun leven graag mooier voor dan het is. En veel foto’s en video’s zijn bewerkt, bijvoorbeeld met Photoshop.
  • Gedragen je vrienden zich vreemd op social media? Praat er over met hen.
  • Je kunt ook (tijdelijk) stoppen met social media als je er moeite mee hebt. Of blokkeer contacten waar je geen goed gevoel van krijgt.

Filmpje: Zo praat je met je puber over internet en seks

Nepnieuws op social media

Op social media komt ook nepnieuws langs. Dit zijn berichten met onzin of verzonnen nieuws die speciaal gemaakt zijn, zodat je erop gaat klikken. Je herkent niet altijd meteen dat het niet klopt. Vertel je kind dat niet alles wat je op social media ziet en leest, waar is. Dat je na kunt denken over wie de tekst geschreven heeft, waarom de tekst geschreven is en welke bron hiervoor gebruikt is.
Wil je echt zeker weten dat het nieuws echt is? Controleer dan of het op andere plaatsen ook te vinden is. Vind je het op drie verschillende bronnen terug, dan is de kans groter dat het klopt. Voor de zekerheid kun je voor het echte nieuws vertrouwen op de krant, radio en tv en hun websites.

Deepfake-video’s

Deepfakevideo’s zijn nepvideo’s, die heel echt lijken. Met speciale programma’s (Artificial Intelligence of AI genoemd) kunnen computers mensen allerlei dingen laten zeggen en doen, die ze in het echt nooit gezegd of gedaan hebben. Er zijn apps waarmee iedereen zulke filmpjes kan maken. Om te zien of een filmpje nep is, kun je het vertraagd afspelen. Dan zie je misschien dat de mond niet goed met de tekst mee beweegt of dat er niet met de ogen geknipperd wordt. Ook wanneer de video onscherp is, vooral aan de randen om het hoofd, kan dat betekenen dat er iets niet klopt. Ook is het belangrijk geworden om te kijken naar wie heeft het gemaakt en waarom. Omdat je daar niet altijd achter kunt komen, kun je eerst vragen wat anderen ervan zeggen. Stuur nooit iets zomaar door.
Praat met kinderen over wat ze van deepfake vinden. En kun je er ook leuke dingen mee doen? Lees (samen) verder op Mediawijsheid.nl.

Online kettingbrieven en horror-appjes

Mensen sturen elkaar via WhatsApp soms berichten door die lijken op de kettingbrieven van vroeger. Als je een bericht niet doorstuurt naar tien anderen, dan gebeurt er iets naars. Of je wint bijvoorbeeld een geldprijs als je het wel doet. In beide gevallen kun je het beter niet doen. Het is onzin.
Als je dit voorbij ziet komen bij je kind, probeer dan niet te heftig te reageren. Leg uit dat het niet klopt. Laat ook zien dat berichten zich snel kunnen verspreiden en dat je voorzichtig moet zijn met het versturen van berichten of foto’s.

Waarschuw je puber ook voor gevaarlijke internetspelletjes.

Terreur op social media

Online kunnen kinderen de meest vreselijke beelden tegenkomen. Denk bijvoorbeeld aan filmpjes en foto’s van onthoofdingen en ander geweld. Als kinderen te jong dit soort beelden zien, kan dit ze erg angstig maken. Het is moeilijk ze hiervan weg te houden.
Blijf hoe dan ook praten over wat je kind ziet. Vraag er soms naar: ‘zie je wel eens per ongeluk nare dingen?’ Vraag wat je kind ervan denkt en wat het voelt. Het delen van gevoelens is belangrijk.