Het RS-virus veroorzaakt een erge vorm van verkoudheid. Het komt veel voor bij jonge kinderen. De klachten ontstaan door een infectie aan de luchtwegen. Baby’s en jonge kinderen kunnen er heel ziek van worden. Hoe weet je of je kind RS-virus heeft en hoe kun je besmetting voorkomen?
Kenmerken van RS-virus
Het RS-virus (of RSV, Respiratory Syncytial Virus) is het meest voorkomende verkoudheidsvirus bij kinderen. Het komt vooral voor in de winter en is erg besmettelijk. Jonge baby’s lopen een hoger risico op een ernstige RSV-infectie. Een RSV-infectie kan zelfs na genezing nog lange tijd klachten veroorzaken, zoals een verstoorde ademhaling en astma.
De kenmerken zijn hetzelfde als bij een gewone verkoudheid:
- De neus van je kind is verstopt met taai snot of heeft een loopneus
- Je kind moet soms hoesten of niezen, en soms ook overgeven.
- Sommige kinderen krijgen het benauwd.
- Sommige kinderen krijgen koorts.
Lees op Thuisarts.nl wat je kunt doen als je kind waarschijnlijk het RS-virus heeft.
Behandeling van RS-virus
Antibiotica werken niet tegen het RS-virus, omdat antibiotica alleen helpen tegen bacteriële infecties en niet tegen virusinfecties. De infectie geneest vanzelf. Kinderen die het RS-virus hebben gehad, zijn er niet immuun voor en kunnen het dus opnieuw krijgen. Na de infectie kunnen patiëntjes nog een paar weken blijven hoesten en kortademig zijn.
Soms is opname in het ziekenhuis nodig, als het kind erg benauwd is bijvoorbeeld. Baby’s met extra risico’s hebben een grotere kans dat ze naar het ziekenhuis moeten. Denk aan baby’s die te vroeg geboren zijn, die hart- of longafwijkingen hebben of kinderen met een slecht werkend afweersysteem.
Hoe kun je besmetting voorkomen?
Je kunt je kind niet goed beschermen tegen het RS-virus, maar je kunt wel proberen te voorkomen dat je kind het krijgt:
- Was regelmatig je handen, in ieder geval voor je je baby aanraakt
- Vermijd contact met zieke mensen
- Nies/hoest in je elleboog
- Maak spullen, speelgoed en deurknoppen schoon, het virus kan tot wel 7 uur blijven “plakken” op voorwerpen
- Rook niet in de buurt van de baby
- Geef, als het kan, borstvoeding in plaats van flesvoeding
Maak je je zorgen? Neem dan contact op met je huisarts.