Bewegen en spelen is leuk, maar ook goed voor de gezondheid van je kind, de sociale ontwikkeling en de taal. Spelende kinderen leren dat ze rekening moeten houden met anderen. Thuis, op straat, in de speeltuin, bij spelletjes en op school zijn er regels waar je je aan hoort te houden.
Verschillende soorten sporten
Voor een goede motorische ontwikkeling is het goed als kinderen verschillende dingen doen. Zoals goed tegen een bal kunnen trappen, maar ook goed kunnen vallen. Door die ervaring gaat je kind beter bewegen en krijgt het minder snel blessures.
Vanaf vier jaar kun je je kind al laten kennismaken met verschillende sporten. Je kunt je kind natuurlijk inschrijven bij een sportvereniging. Maar ook buurthuizen en (brede) scholen organiseren na school sportactiviteiten. Bovendien kun je ook thuis sporten met je kind. Zo kan je kind bijvoorbeeld dansen in een dansschool, maar ook gewoon thuis.
Vanaf vijf jaar kan je kind op zwemles. Rond acht jaar kiest je kind meestal zelf voor een bepaalde sport.
Zelf een sport kiezen
Je kunt je kind het best zelf een sport laten kiezen. Je kunt je kind eens meenemen naar een training om te kijken of om zelf mee te doen. Je kind kan misschien ook eens mee naar de sportclub van een vriendje of vriendinnetje.
Het belangrijkste is dat je kind iets kiest waar het zich prettig bij voelt.
Wil je kind:
- alleen of in een team sporten?
- binnen of buiten sporten?
- met alleen jongens of meisjes sporten, of gemengd?
- een technieksport doen zoals turnen, tafeltennis of volleybal?
- een conditiesport doen zoals hardlopen, wielrennen of schaatsen?
- meedoen aan wedstrijden
Rol ouders bij sporten
Sporten voor kinderen moet vooral voor het plezier zijn. Of je kind nu fanatiek is of niet, of hij of zij nu op hoog niveau sport of niet, houd in de gaten of het nog leuk is voor je kind. Natuurlijk ben je (ook) enthousiast als er iets bereikt of gewonnen is, maar geef vooral complimenten voor zijn of haar inzet. Dat is goed voor het zelfvertrouwen van je kind.
Als je kind niet wil sporten
Houdt je kind niet van sporten? Dwing het dan niet om een sport te gaan doen. Dat werkt niet.
Als je kind niet sport, kan het natuurlijk nog wel genoeg bewegen. Je kunt zelf het goede voorbeeld geven. Als je kind jou ziet bewegen, wil hij of zij misschien ook.
Op Allesoversport.nl lees je hoeveel je kind moet bewegen. Ook vind je hier praktische tips om bewegen te stimuleren.
Sportvereniging
Lid worden van een sportvereniging kost natuurlijk geld. Bij veel verenigingen kun je alleen lid worden voor een jaar. Maar dit kan bij elke sportvereniging weer anders zijn. Vraag hier van tevoren naar. Probeer je kind ook uit te leggen dat het niet altijd zomaar van sport kan veranderen.
Veilig sporten
Als je kind hockey, voetbal of een andere sport doet waarbij je een klap kunt oplopen, is het belangrijk om goede bescherming en de juiste kleding te kopen. Koop altijd spullen in de juiste maat. In de winkel kunnen ze meer vertellen over kleding, schoenen en bescherming. Let bij tweedehands spullen op dat spullen nog heel zijn.
Blessures
Een blessure kan op jonge leeftijd blijvende schade geven. Als je kind een blessure heeft, heeft het vaak ook een zwelling. Eerst moet de zwelling gekoeld worden, daarna moet er een drukverband op en is het belangrijk dat je kind rust neemt. Als de zwelling niet afneemt, kun je het best met je kind naar de huisarts gaan.
Lees op Allesoversport.nl meer over veelvoorkomende sportblessures bij kinderen.
Subsidie
Sporten kost geld, maar niet iedereen heeft dat geld. Gemeenten helpen vaak ouders als de sport te duur is en zij het niet kunnen betalen. Kijk op Leergeld.nl of je hulp kunt krijgen in jouw gemeente. De jeugdgezondheidszorg, de sportvereniging of de leraren op school kunnen bijvoorbeeld een aanvraag doen via het Jeugdfonds Sport en Cultuur.
Aangepast sporten
Het kan zijn dat je kind door een beperking niet mee kan doen aan bepaalde sporten. Je kunt met je huisarts of een revalidatieteam bespreken wat er wel kan. Kijk ook eens op Unieksporten.nl voor aangepast sporten bij jou in de buurt.
