Als jullie gaan verhuizen, moet ook je kind de vertrouwde omgeving verlaten en wennen aan een nieuw huis, nieuwe buurt en vaak ook aan een nieuwe school. Wanneer vertel je je kind dat jullie gaan verhuizen? Hoe bereid je de verhuizing met je kind voor?
Wanneer vertel je over de verhuizing?
Vertel jongere kinderen pas dat je gaat verhuizen als je concrete verhuisplannen hebt. Vertel erbij waarom je gaat verhuizen. Oudere kinderen kun je al het al eerder vertellen en ze laten meedenken met de plannen.
Hoe bereid je een verhuizing met kinderen voor?
- Om te wennen aan de nieuwe omgeving is het een goed idee om voor de verhuizing een keer met je kind de buurt te verkennen.
- Praat met je kind over de inrichting van de nieuwe slaapkamer. Je kind heeft vast al ideeën.
- Kinderen kunnen hun eigen spullen inpakken.
- Breng je kind op de verhuisdag bij familie of vrienden. Of laat je kind op de dag van de verhuizing met iemand de buurt verkennen zodat je kunt klussen of uitpakken.
- Kijk voor informatie over je nieuwe woonplek en bijvoorbeeld scholen op de website van de gemeente waar je naartoe verhuist.
Hoe kan je kind afscheid nemen van vrienden en vriendinnen?
Laat je kind afscheid nemen van de vrienden en vriendinnen en deel eventueel adreskaartjes uit. Maak als aandenken foto’s van je kind en de klas.
Je kind kan contact blijven houden met de oude vrienden. Help je kind afspraken te regelen als hij of zij dat wil. Natuurlijk is het ook belangrijk dat je kind nieuwe vrienden kan maken op school of in de buurt.
Hoe kan je kind wennen aan een nieuw huis en een nieuwe school?
Laat je kind ook rustig wennen aan het nieuw huis, de nieuwe kamer en de nieuwe inrichting. Misschien heeft je kind de eerste nachten moeite om in slaap te komen.
Op de nieuwe school zal je kind stap voor stap nieuwe kinderen leren kennen. Het ene kind zal meer de de kat uit de boom te kijken dan de andere. Geef je kind de tijd. En bedenk samen hoe hij of zij kinderen beter kan leren kennen, als je kind aangeeft dat te willen.
Je kind krijgt ook andere leerkrachten en soms andere lessen. Je kind kan voorlopen of juist achterlopen bij bepaalde vakken. Houd hierover contact met de leerkracht(en). Vraag ook eens hoe het loopt in de klas met jouw kind en de andere leerlingen.