Peuter
Contact met je peuter mood picture

Contact met je peuter

Contact met je peuter is ontzettend belangrijk.  Zo voelt je kind zich veilig en krijgt het zelfvertrouwen. We noemen dit ook wel hechting. Hoe zorg je voor zo goed mogelijk contact? Wat doe je samen, hoe praat je samen? En wat kun je op welke leeftijd verwachten?

Een goede band met je kind

Je geeft je kind vanaf de geboorte wat hij of zij nodig heeft: zorg, eten, kleren en een veilig huis. En vooral ook contact, warmte en aandacht. Je kind voelt dat er aandacht is voor wat hij of zij kan en voelt.
Een ander woord voor de band met je kind is: hechting. Kinderen die positieve aandacht en zorg krijgen, voelen dat je van hen houdt. Ze krijgen meer zelfvertrouwen. Jij als ouder bent de veilige basis. Je kind durft daardoor de wereld te ontdekken. Je bent de veilige haven: je kind vertrouwt erop dat hij of zij altijd bij jou terecht kan. Bijvoorbeeld als je kind pijn heeft of bang is.

Kinderen die een goede band hebben met hun ouders, kunnen zich ook ook later beter hechten aan andere mensen.

Tips voor een goede band met je kind

Je kunt als ouder veel doen om een goede band met je kind op te bouwen.

  • Kijk en luister goed naar je kind. Probeer te ontdekken wat je kind denkt, voelt en wil. Zo leer je de signalen steeds beter herkennen en merk je wat je kind nodig heeft. Troost bijvoorbeeld je kind als het zich niet prettig voelt of verdrietig is. En knuffel als je kind contact wil. Als je reageert op die signalen, bouw je vanzelf aan de band tussen jou en je kind.
  • Reageer op je kind als hij of zij naar jou kijkt, brabbelt of lacht, of op een andere manier je aandacht trekt. Dit hoeft niet altijd meteen. Kijk wat je kind prettig vindt en wat voor jou prettig en normaal voelt.
  • Neem de tijd om samen dingen te doen. Let ook dan op de signalen van je kind. Als je kind wegkijkt tijdens een spel, is het misschien moe of vindt hij of zij het niet leuk meer. Stop dan met het spel tot je peuter weer zelf aandacht vraagt.

Samen praten en uitleggen

Je helpt je kind de wereld begrijpen door te zeggen wat je doet en ziet. Reageer op je kind als hij of zij praat of lacht en praat terug. Als je goed kijkt en luistert, weet je wat je kind bezighoudt. Je kunt daar dan op reageren.

Praat over de dingen die je doet, zoals aankleden, in bad doen en in bed leggen.

is je kind boos of verdrietig? Je kunt je kind troosten door rustig met je kind te praten. En door ‘woorden’ te geven aan de emoties van je kind. Dan voelt het zich gezien. En het helpt je kind om later op een goede manier met zijn emoties om te gaan.

Telefoon stoort contact

Ben jij telkens met je telefoon bezig als je achter de kinderwagen loopt of naast de zandbak zit? Het lijkt alsof dit geen kwaad kan, maar het is niet goed voor de band met je kind. Je peuter is steeds op zoek naar (oog)contact. Hij of zij wil dan even jouw aandacht en wil weten dat het goed gaat. Dat doet je kind om zich veilig te voelen. Daarna kan het weer verder spelen. Als je niet op deze signalen reageert, moet je kind het alleen uitzoeken. Dat is niet goed voor de band met je kind.

Elke keer dat je met je mobiel bezig bent, ben je onbereikbaar voor je kind. Zet meldingen op je telefoon daarom uit, zet het toestel op ‘stil’ of leg hem ver weg als je peuter wakker is. Bekijk je telefoon weer als je kind slaapt of iemand anders voor je peuter zorgt.

Tussen 1 en 2 jaar

Als je kind tussen 1 en 2 jaar is, heeft hij of zij meestal een band met de belangrijkste personen in zijn leven. Dat zijn: ouders, grootouders, de oppas en de pedagogisch medewerkers van de kinderopvang. Meestal is de relatie met jou als ouder het belangrijkste. Als je kind moe, bang of verdrietig is, komt hij of zij naar je toe voor bescherming en troost. Als je kind zich fijn voelt, gaat het zelf op onderzoek uit.

Vanaf 2 jaar

Tussen 2 en 4 jaar ontwikkelt je kind zich razendsnel. Je kind leert praten, wordt zindelijk en begrijpt steeds meer van de wereld om zich heen. Het blijft belangrijk dat je met gevoel reageert op de signalen van je kind.

Vanaf 2 jaar raakt je kind meestal niet meteen van streek als jij niet in de buurt bent. Maar ook voor oudere peuters zijn ouders of verzorgers nog steeds het belangrijkst voor bescherming en troost.

Vanaf een jaar of 3 weet je kind wat hij of zij kan verwachten van ouders en andere belangrijke personen. Je kind weet bijvoorbeeld naar wie hij of zij kan gaan als hij of zij verdrietig is.

 

Maak je je zorgen over de band met je kind?

Veel peuters klampen zich wel eens vast aan hun ouders. Of ze zijn bang dat hun moeder of vader niet terugkomt als die even weggaat. Dat hoort bij de normale ontwikkeling. Sommige situaties kunnen erg spannend zijn voor je peuter. Sommige kinderen kunnen heel dwingend zijn. Ze laten zich helemaal niet kalmeren en het gedrag gaat niet over. Soms voelen kinderen zich zo onveilig dat ze weinig nieuwe dingen durven te proberen. Dit kan betekenen dat je kind niet goed gehecht is. Maak je je zorgen? Praat er dan eens met andere ouders over en met de pedagogisch medewerker van de speelleergroep of het kinderdagverblijf. Als je je toch zorgen blijft maken, is het verstandig om hulp te zoeken. Je kunt altijd terecht bij de Jeugdgezondheidszorg en bij je huisarts.

Presentatrice Fiona en deskundige Tessa Roseboom vertellen in dit filmpje hoe belangrijk de eerste 1000 dagen van je kind zijn:

De youtube video wordt niet getoond omdat de cookies niet zijn geaccepteerd. Ga naar https://www.youtube-nocookie.com/embed/XNxrIGcndCU?rel=0 om hem alsnog te bekijken.