Vind jij jouw peuter erg druk? Peuters zijn vaak de hele dag bezig, het ene kind nog meer dan het andere. Waarom kan een kind erg druk worden en hoe ga je hiermee om? Een vaste dagindeling, veel buiten spelen en positieve aandacht kunnen helpen.
Oorzaken van druk gedrag bij peuters
Kan je kind geen minuut stilzitten en springt hij of zij van het een naar het ander? Dat kan door verschillende dingen komen:
- Je kind is op zoek is naar prikkels.
- Je kind is juist zo vermoeid, dat hij of zij zich niet kan concentreren op één ding.
- Je peuter voelt spanning in huis, omdat er problemen zijn.
- Sommige peuters spelen het liefst samen en hebben hulp nodig om de aandacht op iets te richten.
Als je weet wat er is, kun je je peuter helpen. Speel bijvoorbeeld even samen en laat zien dat je geïnteresseerd bent in het spel van je peuter. Als je kind moe is, kun je even rustig een boekje voorlezen of hem of haar naar bed te brengen.
Druk gedrag voorkomen
Het hangt natuurlijk van de leeftijd af hoe lang je kind rustig kan spelen, maar ook van het karakter. Het ene kind kan nou eenmaal langer rustig spelen dan het andere.
Wat kun je doen?
- Laat je kind vaak en veel buiten spelen, ook als het slecht weer is. Blijf er wel zelf bij.
- Vaste regels en vaste gewoontes geven je kind rust en veiligheid.
- Zeg van tevoren aan wanneer er iets gaat gebeuren. Bijvoorbeeld: “Over vijf minuten ga je naar bed.”
- Doe steeds terugkerende activiteiten zoals opstaan, aankleden, wassen, eten en naar bed gaan, zoveel mogelijk in een vaste volgorde. Bijvoorbeeld: op een vast tijdstip in bad en pyjama aan. Daarna tanden poetsen en in de slaapkamer een verhaaltje voorlezen. Dan een kus en in bed.
- Maak een dagindeling met plaatjes en bespreek die ‘s morgens met je kind.
- Eet zoveel mogelijk aan tafel. Zet alleen op tafel wat echt nodig is. Tv, computer, telefoons, enzovoort gaan uit. Soms is het handiger om het brood van tevoren klaar te maken. Een afgesloten beker is handig als bekers vaak omgaan. Laat de maaltijd niet te lang duren.
- Geef je kind niet teveel keuzes. Laat hem of haar wel kiezen, maar geef bijvoorbeeld maar twee mogelijkheden.
- Geef je kind ruimte en tijd om van alles te ontdekken in en rond het huis. Andere spullen dan speelgoed zijn vaak leuk om mee te spelen: bijvoorbeeld pollepels, diepvriesbakjes, stoffer en blik en zand of aarde buiten. Of bouwstenen of grote dozen om mee te bouwen. Het is leuk als je kind ergens van alles mee kan doen.
- Zorg voor afwisseling in activiteiten.
Aandacht voor je peuter
Merk je dat je kind vooral aandacht geeft als hij of zij heel druk is? Geef je kind juist eens aandacht als hij of zij rustig is. Dat hoeft niet uitgebreid. Soms is echt kijken naar hoe je kind speelt al voldoende. Soms kun je kort noemen wat hij aan het doen is. Dit voelt fijn voor je kind: mama of papa is geïnteresseerd in wat ik doe, dus het zal wel ‘belangrijk’ zijn.
Je kind heeft veel positieve aandacht en complimenten nodig. Vertel dat je het fijn vindt dat je kind rustig speelt. Zo leert je kind wat je van hem of haar verwacht. Je kind merkt dat je hem of haar zíet en zal het goede gedrag vaker laten zien.
Soms moet je even zoeken, maar ieder kind laat elke dag ook goed gedrag zien. Ieder kind kan dus elke dag complimenten krijgen. Complimenten zijn erg belangrijk. Ze zorgen ervoor dat je kind goed over zichzelf denkt. Het zelfvertrouwen van je kind groeit ervan. Ook voor jezelf is het goed, omdat je zo ziet hoe vaak je kind zich wél goed gedraagt. Complimenten maken de sfeer in huis beter en daardoor ook het gedrag van je kind.
Laat je kind helpen bij je eigen werk:
- met een vochtig doekje de tafel afnemen;
- sperzieboontjes breken;
- grote-mensen-spullen samen opruimen;
- de droge was van de lijn of de droger aanpakken en ergens neerleggen.
Het gaat er (nog) niet sneller door, maar het is wel gezellig en het maakt je kind trots.
Als je kind heel druk is, zoek dan samen iets anders te doen. Even lekker rennen buiten of juist een rustgevend spelletje. Bekijk of je kind behoefte heeft aan meer bewegen. Of aan minder prikkels. Als je samen kiest, kom je er meestal wel uit.
Speel af en toe met je kind of lees een boekje voor. Kijk goed naar de reacties, dan zie je wanneer het genoeg is voor je kind.
Geef je peuter ruimte
Sommige kinderen hebben een rustige plek nodig, met bijvoorbeeld weinig geluid en rommel. Zorg voor een eenvoudige en rustige inrichting van de slaapkamer of hoek van je kind. Dat is niet hetzelfde als saai. Vrolijke kleuren kunnen best, maar geen behang vol drukke figuurtjes of patronen.
Leg niet te veel speelgoed los in de kamer. Geef je kind één ding tegelijk om mee te spelen. Berg het speelgoed overzichtelijk op, liefst in een kast of in speelgoedboxen.
Er zijn ook kinderen die juist veel uitdaging nodig hebben. Voor deze kinderen is het belangrijk dat ze veel kunnen spelen. Het is normaal dat je peuter jou graag in de buurt heeft. Je hoeft niet altijd samen te spelen, maar alleen op de eigen kamer spelen lukt vaak nog niet.
Geef duidelijke regels en opdrachten
Je kunt je kind al vanaf een jaar of 2 wat duidelijke regels leren. Regels leren gaat het makkelijkst als het logische regels zijn. Deze regels zijn voor iedereen. Je moet je er als ouder ook aan houden. Daardoor leren kinderen wat je van hen verwacht.
- Zorg ervoor dat de regels bij de leeftijd van je kind passen.
- Probeer zo consequent mogelijk te zijn. Dat geldt voor het sturen van je kind, maar ook voor het geven van complimenten of het negeren van bepaald gedrag. Spreek als ouders samen goed af hoe je zult reageren.
- Houd er ook rekening mee dat peuters de regels nog snel vergeten. Verwacht dus niet te veel van je kind. Na het spelen speelgoed terug doen in de kist is voor een peuter al een klus.
- Praat met je kind in korte, duidelijke zinnen.
- Geef een peuter korte en duidelijke opdrachten. Verdeel moeilijkere opdrachten in stappen. Zeg niet: “Pak je jas”, maar: “Ga naar de gang en pak je regenjas van de kapstok”. Daarna geef je pas de opdracht om de laarzen te pakken.
- Laat je peuter je aankijken als je een opdracht geeft. Dan kan hij of zij beter luisteren.
- Laat kinderen om de beurt praten en naar elkaar luisteren. Zo leren kinderen op hun beurt te wachten en naar anderen te luisteren.
Meer tips bij druk gedrag
- Zorg dat je kind veel buiten kan zijn.
- Weet dat het veranderen van druk gedrag tijd en energie kost.
- Rust en regelmaat zijn belangrijk.
- Spreek af waar geschreeuwd of gegild mag worden. En waar niet.
- Probeer minder te mopperen. Geef je kind juist een compliment als hij of zij fijn speelt of ander goed gedrag laat zien.
- Laat je peuter liefst met maar één vriendje tegelijk spelen.
- Rekening houden met een ander kind is voor je peuter nog moeilijk. Er kan ruzie komen, waarbij je kind slaan als enige oplossing ziet. Als je kind een ander kind pijn doet moet je natuurlijk ingrijpen. Haal je peuter even uit de situatie. Probeer hem of haar af te leiden en te kalmeren. Neem je peuter zo nodig even op schoot. Wanneer je kind weer rustig is, kun je uitleggen wat er mis is gegaan.
- Onverwachte gebeurtenissen zijn niet goed voor een druk kind. Probeer ze te vermijden.
- Bereid je kind voor op nieuwe situaties. Doe dit niet te lang van tevoren. Bijvoorbeeld: als er een verjaardag aankomt kun je vertellen wat er allemaal gaat gebeuren. Dat geldt ook voor bezoek, vakanties en uitstapjes.
- Je wil niet de hele dag lopen waarschuwen en verbeteren. Kies er dus voor om sommige dingen te negeren.
- Praat regelmatig met de medewerkers van de speelleergroep of kinderdagverblijf. Ook als je denkt dat het goed gaat! Probeer met de leiding op één lijn te zitten over de aanpak van je kind.
Blijf goed voor jezelf zorgen
- Zorg dat je voldoende aan jezelf toe komt. Als jij goed uitgerust en in een goede bui bent, kun je veel meer van je drukke kind hebben. En dat heeft dan weer goede gevolgen op het gedrag van je kind.
- Voel je niet schuldig als je kind ondanks een vaste dagindeling, positieve aandacht, begrip, geduld en liefde toch druk is. Sommige kinderen zijn van nature druk. Het doet niet expres zo druk. Vaak gaat het de ene dag beter dan de andere. Blijf je kind wel bijsturen!
- Ben je boos of geïrriteerd? Het kan opluchten om te praten met je partner, familie of kennissen. Je kunt het gedrag en de ‘gebruiksaanwijzing’ van je kind bespreken met ouders van vriendjes. Dat maakt de kans groter op begrip en goede reacties op het gedrag van je kind.
Zoek hulp
Als het niet lukt om te gaan met het drukke gedrag van je kind, of als je vermoedt dat je kind ADHD kan hebben, praat dan met de huisarts of de jeugdverpleegkundige of jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg. Er kan onderzoek gedaan worden naar mogelijke oorzaken van het drukke gedrag van je peuter. Als het nodig is kan er hulp komen. Pas vanaf 6 jaar kan getest worden of je kind ADHD heeft.
Op Thuisarts.nl vind je meer informatie over als je kind vaak erg druk is.