In een kinderstoel kan je kind met de rest van het gezin aan tafel zitten. Het is belangrijk dat een kinderstoel stevig staat en niet kan kantelen.
Soorten kinderstoelen
Er zijn verschillende soorten kinderstoelen:
- Een klapstoel is handig als je niet veel ruimte hebt, omdat je een klapstoel kunt inklappen. Een nadeel is dat je kind er snel uitgroeit.
- Een hangstoel is een kinderstoel zonder poten die je aan het tafelblad bevestigt.
- Een meegroeistoel heeft een zitting die je kunt verstellen en voetenplank voor als je kind groter wordt. Die kun je dus langer gebruiken. Soms zit er een beugel of een eetblad bij.
- Een kinderstoel met een eetblad dat aan de stoel vastzit, is ook heel handig. Je kunt meestal het blad over je eigen tafel schuiven.
- Een kubuskinderstoel bestaat uit twee onderdelen die je ook los kunt gebruiken: een stoel en een tafeltje.
- Een aanschuifstoel (zonder eetblad) neemt minder ruimte in beslag doordat je hem aan tafel kunt schuiven.
Kinderstoel met babyzitje
Bij veel kinderstoelen kun je het zitje in ligstand te zetten of een speciaal zitje voor baby’s monteren. Daardoor kun je kinderen die nog niet kunnen zitten, in de kinderstoel zetten. Heel handig als je je baby tijdens het eten dichtbij wilt hebben. Maar zet je baby er niet te lang in. Voor de motorische ontwikkeling is het belangrijk dat een baby vaak op een vlakke ondergrond ligt, bijvoorbeeld in de box, zodat het vrij kan bewegen met armpjes en beentjes. Daarom is het advies om je baby per dag niet langer dan 2 uur in een stoeltje of zitje te zetten. Denk hierbij aan de babyautostoel, de wipstoel en het babyzitje op de kinderstoel.
Veiligheid
Om te voorkomen dat je kind uit de stoel klimt, is het verstandig om je kind altijd vast te zetten met een gordel. De gordel moet minimaal een heupband en een kruisband hebben, en liefst ook schouderbanden. Kies een stabiele stoel. Zorg ervoor dat het eetblad stevig vastzit, zodat je kind het er niet af kan halen. Kies geen stoel met losse onderdelen of onderdelen waar je kind met de vingers tussen kan komen.
Tips bij het gebruik van een kinderstoel
Let altijd op als je kind in een kinderstoel zit:
- Zet je kind altijd vast met een gordel om te voorkomen dat het in de stoel gaat staan of eruit klimt.
- Gebruik een stoelverkleiner wanneer de kinderstoel nog wat te groot is. Dit neemt het gevaar weg dat je kind niet stevig zit en wegglijdt.
- Laat je kind nooit alleen achter in de stoel, zelfs niet wanneer het in de gordels zit.
- De stoel kan omvallen als je kind zich afzet tegen de tafel of de muur. Zorg er dus voor dat je kind niet met de beentjes bij de tafel of de muur kan komen.
- Als je een hangstoeltje hebt, let dan op het maximaal toelaatbare gewicht. Je kunt een hangstoeltje het best midden tussen twee tafelpoten in vastzetten en bij elk gebruik even controleren of het goed vastzit.
- Zet een baby niet langer dan één uur achter elkaar in een kinderstoel of autostoel.
- Zorg dat je baby bij elkaar opgeteld niet langer dan twee uur per dag in een kinderstoel of autostoel zit.
Leg je baby zoveel mogelijk in de box of op een kleed als hij of zij wakker is. Vooral in de eerste weken is dit belangrijk. Kijk voor tips hoe je je baby alle ruimte kan geven om te bewegen en te ontdekken op Kinderveiligheid.nl.
