Peuter
Rouwen mood picture

Rouwen

Gaat het konijn van je kind dood? Overlijdt oma of een ander familielid of vriend? Wat begrijpt een kind op welke leeftijd van de dood? Laat je het meegaan naar de uitvaart? En hoe help je je kind omgaan met het verdriet? Ieder kind gaat anders om met verlies en rouw.

Eerlijk en open praten

Bespreek open en rustig wat er is gebeurd en hoe het komt dat een huisdier of persoon is overleden. Als je dat niet doet, kan je kind bang worden en misschien zelf dingen verzinnen. Vertel ook dat verdriet bij het rouwen hoort.

Hoe lang het rouwen duurt, verschilt per kind. Het belangrijkste is om zo open mogelijk te praten met elkaar. Het is goed om verdriet te laten zien en horen. Geef je kind ruimte voor verdriet.

Het is ook goed om over je eigen gevoelens te praten. Vertel erbij dat het ergste verdriet overgaat. Je mag je eigen verdriet laten zien en dus ook huilen. Leg je kind uit waarom je huilt. Probeer te voorkomen dat je kind het gevoel krijgt dat je het niet meer aankunt. Daar kunnen kinderen heel bang van worden. Kinderen moeten vertrouwen hebben dat hun ouders in evenwicht blijven. Dat geeft ze een veilig gevoel. Zorg goed voor jezelf en zoek steun bij mensen die je vertrouwt. Stort je hart uit bij een andere volwassene.

Kinderen gaan anders om met de dood dan volwassenen. Wat de dood voor je kind betekent, hangt af van zijn of haar leeftijd en karakter. Probeer het dagelijkse leven zoveel mogelijk door te laten gaan voor je kind. Hoe moeilijk dat ook is. Het gewone leven geeft houvast.

Rouwen tot 3 jaar

Peuters snappen nog niet dat iemand die dood is, voor altijd weg is. Net als volwassenen kunnen ze heel verschillende gevoelens hebben. Zelfs op hetzelfde moment. Zo kan een kind opgelucht zijn, omdat de overleden oma geen pijn meer heeft, of dat er weer meer aandacht voor hem of haar is. Je kind kan ook verschrikkelijk boos worden. Of bang, dat iemand anders ook doodgaat. Vooral als iemand plotseling is overleden. Jonge kinderen moeten nog leren hoe ze met die gevoelens moeten omgaan.

Jonge kinderen laten gevoelens vaak niet direct zien met bijvoorbeeld huilen, maar via een omweg. Je merkt meestal dat je kind verdriet heeft door hoe het zich gedraagt. Sommige kinderen worden boos, ondeugend of onhandig. Andere willen graag helpen of vaker op schoot zitten. Op de kinderopvang kan het moeilijk gaan.

Geef je kind alle ruimte om vragen te stellen. Ook als je steeds dezelfde vragen krijgt, is het belangrijk om telkens opnieuw antwoord te geven. Jonge kinderen stellen vaak vragen als:

  • ‘Hoe lang blijft opa dood?’
  • ‘Eten doden hetzelfde als wij?’
  • ‘Waar gaat oma dan naartoe?’
  • ‘Wanneer komt opa weer terug?’

Rouwen van 3 tot 6 jaar

Peuters en kleuters zijn niet bang voor de dood en kunnen veel vragen stellen. Geef zo open mogelijk antwoord. Ze kennen het verschil tussen leven en dood. Ze weten dat mensen en dieren dood kunnen gaan. Ze begrijpen alleen niet dat het voor altijd is. Ze zien de dood als iets tijdelijks (‘Opa ligt te slapen’). Wel beginnen ze te leren dat dood met verdriet te maken heeft. Misschien kent je kind nog niet genoeg woorden om te praten over het verdriet. Probeer je kind woorden te geven: ‘Ik weet dat je verdrietig bent, omdat opa dood is gegaan. Zullen we praten over welke leuke dingen jullie samen hebben gedaan?’

Je kind kan sneller boos worden of slechter gaan slapen of eten. Misschien kruipt je kind meer op schoot of vindt hij of zij het nu moeilijker als jij weggaat. ‘Kom je wel terug?’ kan je kind zich afvragen.

Vooral kleuters kunnen hun gevoelens heftig laten zien. Daar worden ze zelf weer bang van. De meeste kinderen herstellen gelukkig snel.

Rouwen van 6 tot 9 jaar

Nu leren kinderen langzaam dat de dood voor altijd is. Iemand die dood is, komt niet meer terug. Ze begrijpen nog niet wat dat precies betekent. Ze weten ook nog niet dat iedereen doodgaat. Je kind kan in de war raken of bang worden, bijvoorbeeld dat papa of mama doodgaat.

Op deze leeftijd zijn kinderen vooral op een praktische manier met de dood bezig. Je kind wil informatie en heeft belangstelling voor de praktische dingen die bij overlijden horen. Vragen komen vaak heel nuchter over, zoals: ‘Wordt die bril ook verbrand?’ Sommige vragen lijken zelfs ongevoelig, maar je kind begrijpt de gevoelens van anderen nog niet goed. Een vraag of het buurmeisje na het overlijden van haar moeder nu een nieuwe moeder krijgt is niet vreemd. Je kind probeert te begrijpen wat de dood betekent.

Rouwen van 9 tot 12 jaar

Op deze leeftijd weten kinderen dat alle levende dingen dood kunnen gaan. Als je vraagt waarom mensen doodgaan, noemen ze vooral lichamelijke redenen: kanker, oud zijn, een hartaanval of een auto-ongeluk. Je kind kan nu ook bang zijn voor de dood, voor zichzelf of dat een van de ouders kan overlijden.

Kinderen op deze leeftijd vinden gevoelens als angst en verdriet soms ‘kinderachtig’. Omdat ze deze gevoelens wel hebben, gedragen ze zich soms lastig of slapen ze slechter. Al laat je kind het niet zo merken, hij of zij heeft aandacht en troost nodig. Je kind is zich nu ook bewust van gevoelens van anderen. Misschien praat hij of zij niet met jou over het overlijden van oma, omdat je kind denkt dat jij het zelf al moeilijk genoeg hebt. Blijf dus zelf praten met je kind. Of stel voor dat hij of zij praat met iemand anders, die iets verder afstaat van de overleden persoon.

Maak je geen zorgen als je kind zich even wat minder kan concentreren op school. Vertel de leerkracht wel wat er aan de hand is.

Kun je je kind meenemen naar de uitvaart?

Als je kind zelf zegt dat hij of zij mee wil naar de uitvaart, kun je je kind gewoon meenemen. Het kan kinderen helpen met het verdriet om te gaan. Dan dringt het door dat de overleden persoon echt niet meer terugkomt. Ze voelen steun en troost, en kunnen hun verdriet delen. Wil je kind zelf niet mee, dwing het dan niet.

Laat je kind ook zelf beslissen of hij of zij de overleden persoon nog wil zien of aanraken. Wil je kind dat wel, vertel dan van tevoren wat hij of zij te zien krijgt.

Het is beter om je kind niet weg te houden bij de ernstig zieke of overleden persoon. Laat je kind afscheid nemen op een manier die bij je kind past. Een tekening maken, een bloem neerleggen bij de uitvaart.

Vragen over de dood

Kinderen kunnen vragen stellen over de dood die je nu liever niet wilt beantwoorden. Bijvoorbeeld als oma, je eigen moeder, heel erg ziek is. Toch is het goed om vragen zo open en eerlijk mogelijk te beantwoorden. Op deze manier help je je kind met het verdriet om te gaan. Leg uit dat oudere mensen meer kans hebben om ziek te worden. Het kan je kind geruststellen als hij of zij weet dat een jonger iemand minder kans heeft om dood te gaan door een ziekte.

Hulp bij omgaan met rouwen

Misschien vind je het moeilijk om je kind op een goede manier te helpen bij het rouwen. Dit is normaal als je zelf ook verdriet hebt. Je kunt vrienden, familie of een goede buur om hulp vragen.

Ook kun je bij verschillende instanties terecht voor hulp voor je kind en voor jezelf:

  • Rouwbehandeling.nl – Over rouwbehandelingen na overlijden door verschillende oorzaken. Voor volwassenen en kinderen. Ontwikkeld door Fonds Slachtofferhulp.
  • Rouwmeter voor kinderen – op Rouwbehandeling. nl vind je onder andere deze zelftest voor je kind. De uitkomsten geven aan of je kind wel of geen professionele hulp kan gebruiken bij het rouwproces.
  • Achter de Regenboog.nl  – Over het begeleiden van kinderen tijdens een rouwproces. Je kunt ook de advieslijn bellen: 085 047 15 71. De stichting organiseert bijeenkomsten voor lotgenoten.