Jongeren experimenteren soms met drugs, zoals hasj, wiet, cocaïne, GHB, speed of XTC. Dat kan lastig zijn voor jou als ouder. Je wilt natuurlijk niet dat je kind verslaafd raakt aan drugs. Niet elke jongere die drugs uitprobeert, raakt in de problemen. Erover praten is belangrijk. Maar hoe praat je met je puber over drugsgebruik?
Drugs uitproberen
Uitproberen en experimenteren hoort bij de puberteit. Veel jongeren experimenteren een keer met drugs, bijvoorbeeld door te gaan blowen. Het is goed om te weten dat dit uitproberen over het algemeen niet uit de hand loopt als je kind zelfstandig is, ‘nee’ kan zeggen en niet uit verveling gebruikt.
Veel jongeren die voor het eerst drugs gebruiken doen dat uit nieuwsgierigheid of omdat ze op zoek zijn naar een geluksgevoel of een heftige sensatie. Iemand die gebruikt omdat hij zich rot voelt, loopt een groter risico op verslaving dan iemand die wat neemt terwijl hij zich prima voelt.
Hoe dat toch willen uitproberen werkt in het puberbrein zie je in dit filmpje van het Trimbos Instituut:
Gevolgen van drugs
De gevolgen van drugs kunnen stimulerend zijn, verdovend of het bewustzijn veranderen. Sommige middelen hebben nog meer gevolgen.
- Van stimulerende middelen krijgt je kind het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn. Cocaïne, xtc en speed zijn bijvoorbeeld stimulerend. Maar ook tabak en koffie zijn dat, al zijn deze middelen niet illegaal.
- Verdovende middelen werken kalmerend en ontspannend. Van verdovende middelen wordt je kind slaperig. Voorbeelden zijn heroïne en GHB, maar ook alcohol en slaapmiddelen.
- Bewustzijnsveranderende middelen veranderen tijdelijk het bewustzijn. Als je kind ze gebruikt, gaat het de wereld (heel) anders zien en beleven. Je kunt ook dingen gaan zien of horen, die er niet zijn; je gaat hallucineren. Ze worden dan ook wel hallucinerende middelen genoemd. Voorbeelden zijn LSD, paddo’s, hasj en wiet.
Het verschil in gevolgen is niet altijd precies te maken. Sommige middelen hebben een gemengd gevolg. XTC is bijvoorbeeld oppeppend, maar verandert ook de waarneming. Hasj en wiet kunnen (afhankelijk van de dosis en de situatie) behalve bewustzijnsveranderend ook versuffend werken.
De bekendste soorten drugs
- Cannabis (hasj en wiet) is na alcohol de meest gebruikte drug onder jongeren. Toch hebben vier van de vijf jongeren nog nooit geblowd. Blowen is het roken van hasj of wiet in een soort sigaret (joint) en geeft een ontspannen gevoel. Hasj en wiet worden ook wel cannabis, hennep, hasjiesj of marihuana genoemd. Sommige mensen verwerken het wel eens in een cake (spacecake).
- Cocaïne of coke is een stimulerend middel. Het geeft een opgewekt, vrolijk gevoel. Het bestaat uit een wit poeder dat in Nederland meestal gesnoven wordt. Het heeft een werkingsduur van een halfuur tot een uur.
- GHB is verkrijgbaar als een stroperige, zoute vloeistof en zit vaak in plastic buisjes van 5 ml. GHB bestaat ook in poedervorm. GHB geeft een ontspannen gevoel. Het gevoel wordt vergeleken met het effect van alcohol.
- Speed is de straatnaam voor amfetamine. Andere namen zijn ‘pep’ en simpelweg ‘s’. Speed wordt meestal als poeder verkocht, maar soms ook als pil of capsule. Het wordt door gebruikers meestal gesnoven of geslikt. Het kan ook worden gespoten, maar dat komt weinig voor in Nederland. Amfetamine is een langwerkend stimulerend middel.
- XTC is te koop in de vorm van pillen, kristallen, capsules en poeders. De pillen hebben verschillende kleuren en vormen en zijn vaak voorzien van een afbeelding. Wie XTC (of speed) gebruikt, voelt geen vermoeidheid en kan uren achter elkaar doorgaan. Bijvoorbeeld met feesten.
Risico’s van drugs
Ieder middel brengt andere risico’s met zich mee. Zo kunnen drugs schadelijk zijn voor de longen, lever, hersenen en het hart. Verder bestaat er een risico op verslaving. Bij verslaving is ‘willen’ veranderd in ‘moeten’ gebruiken. Een ander woord voor verslaving is ‘afhankelijkheid’. Iemand die verslaafd is kan geestelijk of lichamelijk afhankelijk zijn van het middel.
Meer informatie over de effecten en risico’s van de verschillende soorten drugs vind je op Drugsinfo.nl van het Trimbos instituut.
Praten over drugs als je kind (nog) niet gebruikt
Als ouder kun je je kind voorbereiden door een open gesprek te hebben, zonder vooroordelen, dreigementen of goedbedoelde waarschuwingen. Doe dit voordat je kind nieuwsgierig is naar drugs. Begin het liefst al voor het twaalfde jaar met gesprekken over drugs. Begin er over als er een aanleiding voor is. Bijvoorbeeld als er op school les over gegeven wordt, of als er op tv aandacht aan wordt besteed. Elke jongere kan in aanraking komen met drugs en zal dan zelf moeten bepalen waar zijn grens ligt. Als je kind wil experimenteren kun je dat als ouder niet tegenhouden. Je kunt je kind wel vertellen waar jouw grenzen liggen en je kunt je kind helpen om de eigen grens te bepalen. Straf je kind niet voor experimenteren, maar praat er juist samen over.
Meer informatie over hoe je jezelf en je kind kunt informeren vind je op drugsinfo.nl en Helderopvoeden.nl.
Met je puber praten over drugs
Als je merkt of vermoedt dat je kind toch regelmatig drugs gebruikt is het extra belangrijk om in gesprek te blijven.
- Zorg dat je zelf goed op de hoogte bent van de werking en risico’s van drugs.
- Als je je kind wilt aanspreken op drugsgebruik, kies dan een goed moment. Ga het gesprek niet aan als je bijvoorbeeld boos bent of als je kind terugkomt van een feestje. Praat er ook niet over als er anderen bij zijn. Kies liever een rustig moment uit.
- Benoem wat je hebt gezien en geef aan dat je denkt dat hij of zij drugs gebruikt.
- Vraag dan hoe lang je kind dat doet, hoe vaak en met wie.
- Je mag bezorgd zijn, maar probeer wel open en belangstellend te zijn.
- Maak er geen kruisverhoor van, want dat werkt averechts.
- Als je kind nog steeds ontkent, laat het onderwerp dan even rusten en zeg dat je er later verder over wilt praten.
- Blijft je kind ontkennen, dan kan jouw gevoel en wat je denkt te zien toch kloppen. Je kind wil tegenover jou misschien niet toegeven dat het drugs gebruikt. Vertel je kind dat het voor hulp ook terecht kan bij Drugsinfo.nl. of Jouwggd.nl.
- Geef aan dat wat er ook aan de hand is, of welke keuzes je kind ook maakt, hij altijd bij jou terecht kan met vragen of problemen.
Op Helderopvoeden.nl kun je online een korte, gratis cursus volgen. Je leert er om met je kind over moeilijke onderwerpen te praten en ruzies op te lossen.
Grenzen stellen
Na een eerste gesprek kun je erop terugkomen en vertellen wat voor jou de regels en grenzen zijn en waarom je die stelt. Maak ook samen afspraken over het drugsgebruik. Je gaat dan beiden akkoord en dit zorgt ervoor dat je kind zich beter aan deze afspraken houdt.
Wanneer zorgen maken?
Als een jongere een keer drugs gebruikt, is dat niet meteen reden tot zorgen. Jongeren vinden het vaak interessant en spannend om dingen uit te proberen. Zolang het gebruik binnen de perken blijft, hoeft dit geen probleem te zijn. Er is wel reden tot zorg wanneer je kind:
- zich ineens heel anders gaat gedragen;
- slechtere prestaties op werk en/of school laat zien;
- er slechter uitziet;
- angstig of somber is;
- zich terugtrekt;
- slaapproblemen heeft (vooral na het uitgaan).
Advies en hulp bij verslaving
Als je je zorgen maakt en denkt dat je kind kind verslaafd kan zijn, kun je hulp zoeken bij een instelling voor verslavingszorg. Als je kind geen hulp wil, kun je wel voor jezelf hulp zoeken. Schaam je hier niet voor. Er zijn in Nederland veel mensen met verslavingsproblemen. Je kind is niet de enige. Op de website Drugsinfo.nl kun je een hulpinstelling zoeken bij jou in de buurt.
Kijk ook het filmpje: Fiona over drugsgebruik