Wordt jouw kind gepest of vermoed je dat? Niet alle kinderen vertellen het thuis. Hoe kun je merken dat je kind gepest wordt? En wat kun je doen?
Verschil tussen plagen en pesten
Bij plagen zijn de kinderen gelijk aan elkaar. Soms plaagt de één, soms plaagt de ander. Het gebeurt het af en toe en als grapje. Door elkaar te plagen leren kinderen omgaan met meningsverschillen. Het voelt niet bedreigend.
Bij pesten is er wél ongelijkheid. Er is een kind of een groepje kinderen, dat sterker is dan het gepeste kind. Dat sterker zijn kan lichamelijk zijn, maar ook met woorden. Pesten gebeurt met slaan, schoppen, buitensluiten, uitschelden, vernederen, kleineren, achtervolgen, en het stelen en vernielen van spullen. Het pesten gebeurt meer dan één keer.
Ook digitaal pesten via social media komt steeds vaker voor.
Hoe merk je dat je kind gepest wordt?
Kinderen schamen zich vaak voor het pesten. Dan vinden ze het moeilijk om er thuis en op school over te praten. Als jouw kind niet praat, zijn er ook signalen waaraan je merkt dat er iets mis is.
Je kind:
- wil opeens niet meer naar school;
- wil je vragen over school niet beantwoorden;
- heeft minder zelfvertrouwen dan eerst;
- lijkt afwezig, teruggetrokken of tobberig en gedraagt zich anders;
- slaapt slecht of wordt ‘s nachts vaak angstig wakker, bijvoorbeeld door vervelende dromen;
- kan weer gaan bedplassen;
- klaagt over buikpijn of hoofdpijn terwijl het niet ziek is;
- komt vaak thuis met kapotte kleren of spullen en kan niet goed uitleggen waardoor dat komt;
- wil niet door een bepaalde straat of buurt lopen of fietsen;
- heeft blauwe plekken of schrammen waarvoor geen verklaring is.
Gevolgen van pesten
Kinderen die gepest worden:
- gaan zichzelf minder leuk vinden;
- vertrouwen hun leeftijdsgenoten niet;
- zijn bang om naar school te gaan;
- kunnen somber, eenzaam of depressief worden.
Kinderen die gepest worden hebben vaker last van lichamelijke klachten als hoofdpijn, slaapproblemen, buikpijn, bedplassen en vermoeidheid.
Wat kun je doen als je kind gepest wordt?
- Als blijkt dat je kind gepest wordt, schrik je daar misschien van. Of je wordt boos, bang of verdrietig. Probeer voor je kind rustig te blijven. Dan is het makkelijker voor je kind om jou dingen te vertellen.
- Als je kind gaat vertellen, luister dan vooral. Geef op dat moment niet meteen tips. Vat samen, benoem de gevoelens van je kind zonder een oordeel. Je kind voelt zich dan gehoord en begrepen.
- Veel kinderen vinden het moeilijk om over hun gevoelens te praten. Accepteer het als je kind niet veel wil vertellen. Dring niet teveel aan. Nodig je kind vooral uit om te vertellen, door te laten merken dat het bij jou terecht kan.
- Vertel dat kinderen vaak pesten om aandacht te krijgen. Ze willen hun zin hebben. Ze willen dat andere kinderen meedoen. Ze pesten omdat ze bang zijn. Of ze denken dat ze er populair door worden.
- Vraag aan je kind of hij of zij weet of er aanleiding is voor het pesten. Misschien is daar iets aan te doen.
- Vertel dat jullie samen aan een oplossing gaan werken.
Samen aanpak tegen pesten bedenken
- Pesten houdt meestal niet vanzelf op. Wacht niet te lang af als je weet dat je kind gepest wordt. Hoe langer het door gaat, hoe moeilijker het is om er iets tegen te doen.
- Als je kind het wil, kun je samen bedenken hoe je kind om kan gaan met het pesten. Je kind moet zich hier goed bij voelen. Je kunt ook een rollenspel met je kind spelen, om een gesprek te oefenen. Speel dan zelf de rol van de pester. Als je kind weer is gepest, kun je vragen of het hielp. Bespreek dan of je het anders zou kunnen aanpakken. Vertel de leerkracht, medewerker of trainer wat jij met je kind hebt afgesproken. Misschien wil je kind wel bij dit gesprek aanwezig zijn. Het kan goed werken als je kind zelf vertelt.
- Neem contact op met de persoon die de verantwoordelijk is op de plek waar wordt gepest. Op school is dit bijvoorbeeld de leerkracht of de coördinator van het anti-pestbeleid (dit kan de vertrouwenspersoon zijn). Zij zijn ook verantwoordelijk voor het pestprobleem en kunnen de pester(s) aanspreken. Bij digitaal pesten kun je bijvoorbeeld contact opnemen met de beheerder van de website.
- Pesten is vaak een gewoonte geworden, die pesters maar moeilijk afleren. Waarschuw je kind dat het pesten niet meteen ophoudt. Ook niet als bijvoorbeeld de mensen op school er beter op gaan letten.
Verder pesten voorkomen
- Het helpt om positieve aandacht te geven. Help je kind om meer zelfvertrouwen te krijgen. Dan krijgt je kind het gevoel dat het de moeite waard is. Een kind met zelfvertrouwen kan meer aan. Hierdoor kan het voor de pester soms minder aantrekkelijk worden om te gaan pesten.
- Een cursus zelfverdediging of een cursus om weerbaarder te worden is ook een mogelijkheid.
- Lijkt het pesten gestopt? Blijf regelmatig vragen hoe het gaat.
- Op Pestweb.nl kunnen kinderen vinden wat ze kunnen doen als er gepest wordt.
- Breng je kind vooral ook naar andere situaties waarin het met andere kinderen om kan gaan. De kans is groot dat het op een andere plek niet gepest wordt en dat geeft weer (zelf)vertrouwen.
Meer informatie over pesten
- Stoppestennu.nl – Stichting Stop Pesten Nu geeft informatie en hulp voor ouders, maar ook voor anderen, die te maken hebben met pesten.
- Pestweb.nl– voor kinderen, die gepest worden: herkenning en hulp
- Oudersenonderwijs.nl – over wat je kunt doen als er op school gepest wordt
In dit filmpje geeft Fiona uitleg over wat je kunt doen als je kind gepest wordt, of als jouw kind de pester is: