Denkt jouw kind niet altijd na voordat het iets doet? Is je kind vooral met zijn of haar eigen wensen bezig? Dat heeft te maken met verschillende oorzaken. Waardoor wordt pubergedrag veroorzaakt? En hoe kun je hier het beste mee omgaan als ouder?
Hoe verandert het gedrag van je kind in de puberteit?
- De ene keer kun je verstandig met je puber praten. Dan kan hij of zij de emoties onder controle houden. Je kind denkt dan goed na over wat hij of zij zegt. Het andere moment wil je kind niet luisteren en gedraagt hij of zij zich niet verstandig.
- Pubers denken vaak heel zwart-wit. Soms hebben ze zomaar een uitbarsting van gevoelens.
- Je kind kan ook gevoeliger reageren op dingen. Pubers zijn erg bezig om wensen direct uit te voeren. Hebben ze zin in ijs, dan willen ze meteen een ijsje kopen. Ze hebben hun plotselinge gedachten nog niet onder controle.
- Daarbij zoekt je puber ook vaak naar intense ervaringen. Je kind denkt nog niet goed na voordat hij of zij iets doet. Het zoekt dan risico’s en doet spannende dingen. Hij of zij realiseert zich dan meestal niet eens dat dat gedrag gevolgen kan hebben.
- Je puber is misschien ook steeds op zoek naar grenzen. Pubers willen ontdekken of ze over die grenzen heen kunnen gaan of ze kunnen verleggen. Lees hier meer over grenzen opzoeken en hoe je daarmee om kunt gaan als ouder.
Hoe komt het dat het gedrag van je puber verandert?
Tijdens de puberteit is het erg onrustig in het puberhoofd. Het is soms zelfs chaos. Daarom verandert het gedrag van je puber zo vaak. Het verstand van pubers werkt anders dan volwassen hersenen.
Vooral aan het begin en aan het eind van de puberteit verandert er veel in het hoofd van je kind. De hersenen groeien door tot je kind 23 jaar is of nog ouder. Hersenen bestaan uit zenuwcellen en verbindingen. Pubers krijgen minder verbindingen tussen de zenuwcellen, maar deze worden wel dikker. Deze verbindingen zorgen dat je kind steeds beter voor zichzelf kan zorgen. Op Helderopvoeden.nl lees je meer over het puberbrein.
Het veranderende gedrag van je puber heeft niet alleen met de hersenen te maken. Het heeft ook met hormonen te maken. Vooral het hormoon testosteron wordt actief. Dit gebeurt in het deel van de hersenen dat gaat over spanning en emoties. Gevoelens kunnen daardoor snel en hoog oplopen. Lees hier meer over hormonen.
In het filmpje ‘Puberbrein’ van het Trimbos-instituut zie je waarom je puber soms rare dingen doet:
Wat kan je puber al wel en nog niet?
- Je puber kan steeds meer onthouden. Je kind kan een truc verzinnen voor wat het moet onthouden. Kinderen op de basisschool kun je handige trucjes leren om dingen te onthouden (ezelsbruggetjes), pubers bedenken die al zelf.
- Je puber kan van tevoren bedenken hoe hij of zij iets het best kan aanpakken. Als je kind uit zichzelf aanbiedt om de vaatwasser in te ruimen, wil het mogelijk iets van je. Meer zakgeld of naar een laat feest bijvoorbeeld.
- Je tiener kan heel geconcentreerd met huiswerk bezig zijn. Dat kan hij of zij ook met keiharde muziek erbij. Televisie leidt meestal wel af als je kind steeds even kijkt.
- Je kind kan zich al op de kern van een probleem richten. Een basisschoolkind wordt nog afgeleid door dingen die er niets mee te maken hebben. Een puber heeft daar steeds minder last van.
- Je puber kan heel goed plannen wat er nu moet gebeuren. Moeilijker is het om te plannen voor over een week of een maand. Huiswerk maken betekent vooruit werken en niet pas een dag van tevoren gaan leren. Als pubers (eindelijk) aan hun huiswerk beginnen, kunnen ze het goed aanpakken. Maar ze zijn dan soms al te laat om alles nog te leren. Daardoor kunnen ze onvoldoendes gaan halen en hun motivatie kwijtraken.
- Vanaf ongeveer 16 jaar leert je puber steeds meer rekening houden met de gevolgen van zijn of haar gedrag. En ook met gevolgen na langere tijd. De organisatie in de hersenen wordt steeds beter.
- Je puber krijgt steeds meer grip op zijn of haar eigen gedrag. Je puber kan zijn of haar gedrag nu ook aanpassen aan de omgeving. Groepsdruk heeft minder invloed. Je kind doet dus minder snel dingen, waar het eigenlijk niet achter staat.
- Je puber maakt nu keuzes omdat hij of zij er een reden voor heeft. En je kind kan die keuzes achteraf ook beoordelen.
Hoe kun je je puber ondersteunen?
Het helpt al veel als je weet dat je puber zijn of haar gedrag niet altijd onder controle heeft. Dit omdat het puberbrein nog in ontwikkeling is en omdat hormonen een rol spelen. Je kunt je kind helpen door af en toe uit te leggen wat het gevolg kan zijn van zijn of haar gedrag of plan. Zo herinner je je kind aan zijn of haar en jouw grenzen. Ook bij het plannen voor opdrachten op school en leren voor een proefwerk kun je je kind helpen.
Bekijk ook het filmpje ‘Puberbrein’ van Groter Worden over de oorzaken van het gedrag van je puber. Ook laat het filmpje zien hoe je hier het beste mee om kunt gaan als ouder:
De youtube video wordt niet getoond omdat de cookies niet zijn geaccepteerd. Ga naar https://www.youtube.com/embed/kW5rj6AVTQU?si=kskgK5f4w3XKsSvA om hem alsnog te bekijken.