Je kunt je baby in principe meteen vanaf de geboorte vervoeren in een babyautostoeltje. Het is belangrijk dat je je hierbij aan de veiligheidseisen houdt. Dat betekent dat je je baby altijd in een babyautostoeltje moet vervoeren en dat je baby met het gezicht achteruit kijkt. Je baby vervoer je nooit in de bak van de wandelwagen en ook niet op schoot. Je kunt daar een boete voor krijgen, omdat het levensgevaarlijk is als de auto plotseling remt of bij een onverwachte manoeuvre.J e kunt je baby het best vervoeren op de achterbank.
Veiligheidseisen voor autostoeltjes
Koop altijd een stoeltje dat aan de Europese veiligheidseisen voldoet. Autostoelen moeten voldoen aan de regelgeving R44 of de nieuwste regelgeving R129 (ook wel i-Size genoemd). Het goedkeuringslabel ziet eruit als een label of een sticker. Je kunt het herkennen aan de oranje kleur en een nummer onderaan het label.
Sinds juli 2013 bestaat een nieuwe regelgeving voor autostoeltjes: R129 of i-Size. In deze autostoelen kun je je kind tot een minimale leeftijd van 15 maanden, achterwaarts vervoeren. De stoelen bieden nog meer bescherming bij frontale en zijwaartse botsingen. Ook worden kinderen niet langer op gewicht, maar op lengte ingedeeld. De autostoelen met R44 norm mogen vanaf september 2024 niet meer in winkels verkocht worden. Als je zo’n autostoel al hebt, mag je hem nog wel gewoon gebruiken. Ze bieden voldoende veiligheid.
Als je een tweedehands stoeltje koopt, controleer dan of het niet beschadigd is, of betrokken is geweest bij een aanrijding. Het stoeltje is dan niet meer veilig.
Gebruikstips
- Zet het babyautostoeltje altijd met de rug naar voren toe, dus tegen de rijrichting in. Vervoer je baby zo lang mogelijk op deze manier. De nek van je baby is dan tijdens een mogelijke botsing beter beschermd.
- Het wordt aangeraden om je baby in zijn autostoeltje op de achterbank te vervoeren. Die plek is veiliger dan voorin. Babystoeltjes mogen eventueel voorin op de passagiersstoel geplaatst worden, op voorwaarde dat de airbag op die plek is uitgeschakeld.
- Zet je baby in het autostoeltje vast met de Y-gordel van het autostoeltje zelf. Zet daarna het autostoeltje vast met de driepuntsgordel of met het Isofix-systeem in de auto.
- Het advies is om je kind niet langer dan één uur achter elkaar in de autostoel te laten zitten en maximaal twee uur per dag. Wanneer je kind te lang in dezelfde houding zit, kan het moeilijk bewegen. En bewegen is juist goed voor de ontwikkeling.
- Let vooral bij pasgeboren en te vroeg geboren baby’s erop of ze vrij kunnen ademhalen. Baby’s zitten in een kromme houding in een babyautostoeltje. De kans bestaat dat de kin van je baby op de borst zakt, waardoor je kind moeilijker kan ademhalen.
- Laat je baby nooit alleen in de auto achter.
Koop het babyautostoeltje op tijd
Het is een goed idee om het babyautostoeltje een paar weken voor de bevalling alvast in huis te halen. Dan heb je rustig de tijd om uit te zoeken hoe het stoeltje werkt en hoe het in de auto vastgemaakt moet worden. Oefen het ook al een keer. Zo weet je hoe het moet als je baby er is.
Meer informatie over veilig vervoer
Meer informatie over veilig vervoer van je kind in de auto vind je op Kinderveiligheid.nl.