Basisschoolkind
Discriminatie bespreken met je kind mood picture

Discriminatie bespreken met je kind

Discrimineren mag niet, maar het gebeurt toch. Heb jij ermee te maken? Moet je je kind voorbereiden op discriminatie? Discrimineert jouw kind zelf? Of wordt je kind gediscrimineerd? Hoe kun je hierop reageren?

Wat is discriminatie en racisme?

Als mensen worden buitengesloten om hun huidskleur of afkomst, is dat racisme. Racisme is een vorm van discriminatie.
Maar discriminatie is niet altijd racisme.
Discriminatie betekent dat iemand ongelijk wordt behandeld, bijvoorbeeld omdat die persoon een andere huidskleur, cultuur of geloof heeft. Of een andere opleiding of minder geld heeft, van een ander geslacht is of een andere seksuele voorkeur heeft. Of omdat iemand een lichamelijke of geestelijke beperking heeft. Discriminatie is volgens de Nederlandse wet verboden.

Maar het gebeurt wel. Iemand die Mohammed heet, kan moeilijker een stageplek vinden dan iemand die Daan heet. Sommige mensen hebben meteen een vooroordeel bij een naam. Dat is discriminatie.

Soms is er een praktische reden om verschil te maken. Bijvoorbeeld: een jongere in een rolstoel zal geen pizzakoerier worden. Het bedrijf maakt hier een logische keuze. Als je vals zingt, kun je ook niet in een popkoor. In deze voorbeelden wordt ook onderscheid gemaakt, maar niet om de verkeerde reden.

Kinderen en pubers die worden gediscrimineerd, kunnen onzeker of boos worden. Buitengesloten worden doet echt pijn. Ze krijgen het gevoel er niet bij te horen.

Hoe bespreek je ongelijkheid met je kind?

Mensen verschillen, maar zijn wel allemaal even belangrijk. We noemen dat gelijkwaardig.

  • Wacht niet tot er iets vervelend gebeurt, maar praat al eerder met je kind over huidskleur en ongelijkheid.
  • Laat je kind zien dat iedereen evenveel waard is. Wijs je kleuter er bijvoorbeeld op dat mannen en vrouwen allebei loodgieter of minister kunnen zijn. En dat een kind met een beperking ook mee kan doen met verstoppertje.
  • Vriendschappen kun je niet dwingen. Maar je kunt wel met je kind naar bijvoorbeeld een speelterrein waarvan je weet dat er verschillende kinderen komen.

Hoe help je je kind positief over zichzelf te denken?

Het is belangrijk dat kinderen positief over zichzelf denken. Dat is goed voor het zelfvertrouwen. Kinderen die positief over zichzelf denken, voelen minder spanning in situaties waar wordt gediscrimineerd. Hoe kun je je kind daarbij helpen?

  • Doe regelmatig dingen samen met je kind. Geef je kind persoonlijke aandacht. Daarmee laat je je kind zien dat hij of zij belangrijk voor je is.
  • Wees ook trots op wie je zelf bent, hoe je eruitziet en waar je vandaan komt. Zo geef je je kind het voorbeeld dat iedereen er mag zijn.
  • Je kind kan ook andere mensen als voorbeeld zien. Mensen met dezelfde achtergrond of uiterlijk. Dit kunnen bekende mensen zijn, zoals artiesten of influencers. Maar ook hoofdpersonen in kinderboeken. Zoek in de bibliotheek naar boeken of series waarin verschillende culturen voorkomen.
  • Praat samen over jullie cultuur, achtergrond of geloof. Zo leert je kind wie hij of zij is. Vertel ook over de verschillen die er zijn. Leg bijvoorbeeld speciale feestdagen uit, zoals Keti Koti, Pasen of het Suikerfeest.
  • Geef je kind regelmatig een compliment. Zo zorg je ervoor dat je kind zich gewild en geliefd voelt.

Wat doe je als jouw kind discrimineert?

Uit onderzoek blijkt dat sommige kinderen al op jonge leeftijd zeggen dat wit beter is dan zwart. En dat jongens meer kunnen dan meisjes. Dat is hopelijk niet wat jij aan je kind vertelt.
Wat kun je doen als jouw kind discrimineert?

  • Praat erover op een rustig moment. Vraag wat maakt dat hij of zij nare dingen over anderen zegt of andere kinderen uitscheldt of buitensluit.
  • Misschien kun je erachter komen waar de vooroordelen van je kind tegen bijvoorbeeld kinderen met een andere huidskleur vandaan komen. Praat je kind misschien iemand na die hij of zij stoer vindt?
  • Bespreek hoe je kind het zelf zou vinden om gediscrimineerd te worden.
  • Geef zelf het goede voorbeeld. Ga ook in gesprek met ouders met een andere afkomst. Spreek niet over ‘wij’ en ‘zij’. Toon respect en waardering voor anderen. Zo leer je kinderen dat mensen die dingen anders doen niet raar of eng zijn.
  • Laat je kind ook spelen met kinderen buiten de eigen groep. Zo leert je kind ook andere gewoonten, muziekstijlen, feesten en talen kennen.
  • Als er nieuwsberichten zijn over mensen die gediscrimineerd worden, praat hier dan over met jouw kind.

Wat doe je als jouw kind wordt gediscrimineerd?

  • Probeer te ontdekken wat er gebeurd is en hoe je kind het beleefd heeft. Discriminatie is niet altijd duidelijk. Herhaal nog eens dat discriminatie nooit oké is.
  • Ga op een rustige plek zitten en luister naar het verhaal van je kind. Misschien is je kind boos of in de war. Gediscrimineerd worden zorgt voor veel emoties. Geef je kind de kans om die te laten zien. Luister naar je kind en steun hem of haar.
  • Vraag hoe je kind op de situatie heeft gereageerd en hoe hij of zij zich voelde. Is je kind tevreden met de reacties? Hoe zou je kind het de volgende keer willen aanpakken?
  • Leer je kind dat je een ander kind mag vragen waarom hij of zij jou buitensluit. Het kan dat dat kind zich niet bewust is van hoe zijn of haar houding of uitspraak overkomt bij jouw kind. En misschien is het helemaal niet zo bedoeld!
  • Mensen discrimineren soms zonder nadenken. Van een puber met een getinte huidskleur wordt bijvoorbeeld al snel aangenomen dat hij of zij geen geld heeft voor het dure luchtje. Of het misschien wel wil stelen! Praat hierover met je kind. Wat kun je zeggen tegen de winkelier als je niet geholpen wordt? Laat je kind ook bijvoorbeeld vragen waarom hij of zij een bijbaantje niet krijgt. Past je kind niet in het team? Waarom dan niet? Oefen deze gesprekken. Je kind wordt er sterker van en krijgt meer zelfvertrouwen.
  • Je kind mag trots zijn op wie hij of zij is. Als je kind dat uitstraalt, is er minder kans dat hij of zij buiten de groep valt.

Door te praten over situaties van discriminatie, leert je kind het herkennen. Zo is je kind voorbereid als het nog eens gebeurt. Je kind kan zo meer zelfverzekerd reageren en wordt niet overvallen door gevoelens.

Hoe voel jij je als je kind wordt gediscrimineerd?

Als ouder kun je schrikken en je boos voelen. Misschien heb je zelf discriminatie meegemaakt. Dan kan het extra verdrietig zijn als je kind dat ook meemaakt. Probeer bij nare ervaringen altijd kalm te blijven.
Maar jouw gevoelens zijn wel belangrijk. Kijk of je er over kunt praten met een volwassene. Misschien iemand die hetzelfde heeft meegemaakt. Je kunt ook terecht bij de Jeugdgezondheidszorg, de huisarts of iemand in je geloofsgemeenschap.

Hoe laat je zien dat je discriminatie niet accepteert?

Kinderen voelen je steun als je iets doet tegen discriminatie. Je laat dan zien dat je discriminatie niet hoeft te accepteren.

  • Praat met vrienden, andere ouders, familieleden of een leerkracht over jullie ervaringen met discriminatie. Deel tips over hoe je ermee omgaat en wat je kunt doen.
  • Bespreek wat er gebeurd is op de plaats waar het gebeurde, bijvoorbeeld school of een sportvereniging. Laat je kind weten dat je dat gaat doen en vertel ook hoe het gesprek is gegaan. Als je weet dat je rustig kunt blijven en de plek waar je naar toe gaat veilig is voor je kind, zoals in de klas bij de juf, kan je kind er ook bij zijn.
  • Het is altijd goed om discriminatie te melden. Dat kan via Discriminatie.nl. Je kunt ook gratis bellen met de discriminatie meld- en advieslijn van Discriminatie.nl: 0800-0880.
  • Als er een Anti Discriminatie Bureau bij jou in de buurt is, kunnen zij helpen om de discriminatie aan te pakken. Zij kunnen je ook helpen om aangifte te doen bij de politie als je dat wilt.

Meer over discriminatie

  • KIS.nl – onderzoek naar hoe je als opvoeder je kind kunt ondersteunen bij discriminatie
  • Mensenrechten.nl – College voor de Rechten van de Mens
  • Rijksoverheid.nl – aanpak discriminatie en racisme