Basisschoolkind
Prepuberteit mood picture

Prepuberteit

De puberteit begint niet voor elk kind op hetzelfde moment. Er zijn al veranderingen in het lichaam bezig als we die nog niet zien.  Je merkt het ‘puberen’ meestal eerst aan het gedrag van je kind. Deze periode vóór de puberteit, noemen we dan ook wel de ‘prepuberteit’.

Prepuberteit is iets anders dan te vroeg in de puberteit komen.

Ander gedrag

Kinderen die in de puberteit komen, hebben vaak last van stemmingswisselingen. Ze kunnen op het ene moment de slappe lach hebben en een halfuur later erg boos en chagrijnig zijn.

In de puberteit verandert het lichaam van je kind door hormonen naar volwassen zijn. De groeispurt kost veel energie en de lichaamsverhoudingen veranderen. Dat kan ook  invloed hebben op het omgaan met leeftijdsgenoten. Het kan moeilijk zijn als vrienden verder of juist minder ver zijn met de lichamelijke veranderingen.

Onzeker zijn

Door al die veranderingen voelen sommige kinderen zich erg onzeker. Dit kan invloed hebben op het zelfvertrouwen van je kind. Als je kind onzeker is, heeft het misschien moeite met nieuwe vrienden maken. Lastig als je kind naar de middelbare school gaat. Op school kan je kind steeds meer druk voelen om goed te presteren. Samen met onzeker zijn kan dat voor faalangst zorgen.

Meer zelfstandig

Je kind wordt in deze leeftijdsfase steeds zelfstandiger. Hij of zij heeft jou niet overal meer bij nodig. Sterker nog: je kind wil dingen juist ánders doen dan jij. Je ziet het bijvoorbeeld aan kledingkeuze. Je kind is niet meer automatisch blij met wat jij koopt. Je kind gaat vaker ergens heen zonder dat jij erbij bent. Dat is wennen voor jou, je moet meer loslaten. Je kind neemt meer vrijheid om dingen te proberen en te experimenteren.

In de prepuberteit zijn kinderen veel met zichzelf bezig zijn en ontwikkelen ze hun eigen identiteit. Je kind krijgt de behoefte om zich van je los te maken. Hij of zij gaat zelf vrienden kiezen en krijgt meestal hechtere vriendschappen. Je kind gaat misschien meer naar vrienden luisteren dan naar jou.

Vanaf ongeveer 8 jaar wordt je kind zelfbewuster. Daardoor wordt hij of zij ook kwetsbaarder. Je kind komt erachter dat ouders en juf niet altijd gelijk hebben. Dit is heel goed, maar je kind kan zich ook wat verloren voelen. De zekerheden verdwijnen en dat maakt soms verdrietig.

Hoe help je je kind?

  • Vooral open praten met je kind is belangrijk nu je kind een puber wordt. Blijf geïnteresseerd in wat je kind doet en beleeft.
  • Ruzies horen er vaak ook bij. Het is goed dat je grenzen blijft stellen. Blijf zelf rustig bij discussies.
  • Maak afspraken over het gedrag. Je kind mag zich rot voelen, maar daar hoeven anderen geen last van te hebben. Brutale reacties en met deuren smijten wil je niet.
  • Luister naar je kind. Heeft hij of zij goede argumenten tijdens discussies? Geef je kind dan ook ruimte om dingen anders te doen.
  • Moedig je kind aan om zelfstandig te zijn en steun zijn of haar ideeën.
  • Blijf samen lachen.
  • Geef zelf het goede voorbeeld hoe je met anderen omgaat.
  • Vertel je kind wat de puberteit betekent. Het stelt je kind gerust als hij of zij weet welke veranderingen er gaan komen.