Jonge kinderen slapen soms moeilijk in en komen vaak uit bed. Hoe komt het dat een kind niet goed kan inslapen? En hoe help je je kind de dag goed af te sluiten?
Waarom kan je kind niet slapen?
Kan je kind een keer niet slapen? Bijvoorbeeld vanwege een nachtmerrie of een drukke dag? Dan is het meestal geen probleem. Soms blijft je kind volhouden. En wil je kind niet (meer) alleen slapen. Probeer te begrijpen waarom je kind niet kan slapen. Praat erover met je kind. Als je weet waarom je kind moeilijk inslaapt, geeft dat jou minder stress. En kun je samen zoeken naar een oplossing.
Oorzaken van niet slapen kunnen zijn:
- Je kind zit in een groeispurt;
- Je kind wordt ziek;
- Je kind is overdag te druk geweest;
- Er zijn spanningen in huis of er zijn veel veranderingen geweest;
- Je kind heeft moeite met het loslaten van de dag. Om in slaap te vallen moet je ontspannen. Misschien is je kind nog onrustig in zijn of haar hoofd of lijf. Het ene kind heeft daar meer last van dan het andere;
- Je kind heeft weinig gedaan en is daardoor niet moe;
- Je kind gaat te vroeg naar bed;
- Je kind denkt in bed veel na over dingen. Of maakt zich zorgen.
Hoe geef je je kind een veilig gevoel?
Je kind moet weten dat het op jou kan terugvallen als de angst of onrust te groot is om in slaap te vallen. Toon begrip voor de zorgen van je kind. Ga er alleen op in als het echt niet kan wachten. Zeg anders dat je er de volgende dag samen over praat of samen een oplossing zoekt. Houd je aan deze afspraak. Wanneer kinderen wat ouder zijn kunnen ze er over tekenen of schrijven.
Hoe help je je kind te gaan slapen?
- Geef de hele dag door aandacht aan zelfstandig gedrag van je kind. Geef complimenten over wat hij of zij zelf al doet. Laat je kind dingen doen die hij of zij zelf kan;
- Breng de pop of knuffel van je kind samen naar het eigen bed. Praat over waarom het leuk is om te slapen in het eigen bed;
- Grotere kinderen vinden het vaak gezellig om even met hun ouder(s) alleen te zijn als hun jongere broer of zus al naar bed is; Geef je oudste kind extra aandacht. Zeg na een tijd rustig dat het nu echt bedtijd is;
- Geef je kind een compliment over dat hij of zij probeert te slapen in het eigen bed. Ook als het uiteindelijk niet lukt;
- Zorg dat je kind altijd overdag genoeg beweegt.
Hoe sluit je de dag van je kind af?
- Laat je kind niet vlak voor het naar bed gaan gamen of naar spannende televisie kijken. Je kind heeft de tijd nodig om tot rust te komen en de dag af te sluiten;
- Doe alles voor het naar bed gaan in dezelfde volgorde: bijvoorbeeld douchen of in bad, tandenpoetsen, plassen en naar bed. Dit heet een vast slaapritueel. Lees bij zijn of haar eigen bed een verhaal voor of zing samen wat liedjes. Zo maak je het normaal dat je kind in het eigen bed slaapt. Lees tips voor een goed slaapritueel;
- Wil je kind niet naar bed? Zeg dat je kind het wel gaat proberen. Is je kind erg onrustig, blijft je kind vragen stellen of wordt hij of zij verdrietig? Vertel dat je in de buurt bent en dat de deur open mag blijven. Ga niet iets doen in de buurt van de slaapkamer, zodat je kind je hoort. Vouw de was op of ruim het speelgoed op;
- Stel je kind gerust. Het moeilijk of spannend vinden hoort er soms even bij. Vertel ook dat dit mag.
Hoe maak je van slapen geen strijd?
Het is belangrijk dat je niet met je kind gaat onderhandelen als het niet wil slapen. Of niet in het eigen bed wil slapen. Laat merken dat je het normaal vindt dat je kind in het eigen bed slaapt.
- Je kunt je kind laten huilen, als het een zeurend of dreinend huilen is. Hiermee zegt je kind dat hij of zij het moeilijk vindt, en dat is oké;
- Hard huilen, schreeuwen of in paniek raken helpt niet bij in slaap vallen. Probeer te voorkomen dat de onrust zo ver komt. Ga naar je kind toe, stel je kind gerust, laat hem of haar rustig liggen en knuffel je kind weer. Zo blijf je je kind gerust stellen en een veilig gevoel geven. Het vraagt veel geduld. Dat is lastig als je zelf moe bent. Heb je een partner, breng je kind dan om de beurt naar bed;
- Lukt het je kind om in bed te blijven liggen? Geef dan complimenten.
Zijn er manieren om slecht slapen aan te pakken?
Er zijn verschillende manieren om slecht slapen van je kind aan te pakken:
- Stap voor stap in slaap vallen
- Langzaam de kamer uit
- Belonen me teen ‘bedpas’
Kies een aanpak die bij je kind past. En die jij vol kunt houden. Houd vol en doe het elke avond op dezelfde manier. Bespreek met je partner dat jullie het op dezelfde manier doen. En doe het samen. Zodat je kind eraan went dat soms de een en soms de ander hem of haar naar bed brengt.
Vaak zie je al binnen een week dat de aanpak helpt.
Stap voor stap in slaap vallen
Breng je kind naar bed zoals je dat normaal ook doet, maar vertel dat je na vijf minuten even komt kijken. Doe dit ook, of je kind nu rustig of onrustig is. Vertel daarna rustig dat het tijd is om te gaan slapen. Je belooft dat je over acht minuten weer komt kijken. Dus een paar minuten later dan de eerste keer. Je maakt de periode tussen het komen kijken steeds iets groter. Geef je kind een compliment als het lekker ontspannen in bed ligt. Dan vertrek je weer. Je blijft dus niet bij je kind. Hou je aan de afspraak dat je komt kijken. Heb je het idee dat het aantal minuten te groot is voor je kind? Kom dan eerst na twee minuten kijken. En daarna na vier minuten.
Langzaam de kamer uit
Bij deze aanpak ga je steeds iets verder van het bed van je kind zitten tot je uiteindelijk uit de kamer van je kind bent. De eerste dag zit je nog naast het bed van je kind. Gaat dit goed, dan zet je je stoel de volgende dag een stukje verder. Gaat ook dit goed, dan zet je je stoel nog iets verder weg. Lukt het je kind niet om in slaap te vallen? Ga dan een stukje terug en probeer het de volgende avond nog een keer. Uiteindelijk lukt het je kind zelf in slaap te vallen zonder dat jij in de kamer bent. Je kunt de stapjes zo groot of zo klein maken als past bij jou en je kind.
Belonen met ‘bedpas’
Reageert je kind goed op beloningen? Kan je kind niet inslapen door een onrustig lijf of omdat je kind moeite heeft om de dag los te laten? Of wil je kind niets missen en erbij blijven, als de rest van het gezin nog wakker is? Dan kan een bedpas goed werken. Je spreekt samen af hoe vaak je kind uit bed mag komen. Je kind krijgt dat aantal bedpassen. Gaat het goed, dan kan je kind een beloning verdienen. Gebruikt je kind minder passen dan hij of zij heeft gekregen? Dan verdient je kind een extra beloning. Houd de beloning klein en gezellig: bijvoorbeeld extra spelletjestijd, extra voorleestijd of samen een filmpje kijken, Het is leuk om de pas samen te maken. Dat is al extra aandacht of beloning.
Zie je na een week geen verandering? Of vind je het moeilijk om vol te houden? Vraag dan advies bij de Jeugdgezondheidszorg.
Wat doe je als je kind niet doorslaapt?
Het is heel normaal als je kind wakker wordt omdat hij of zij moet plassen, dorst heeft of droomt. De meeste kinderen gaan weer gewoon terug in bed en slapen verder.
Het kan ook zijn dat je kind ’s nachts slaapwandelt of dat het bang is in bed. Lees wat je kunt doen bij slaapwandelen.
Kinderen willen dan soms graag bij hun ouders in bed. Ouders over de hele wereld denken hier verschillend over. Het is belangrijk dat je als ouder weet wat je wilt. En dat je daar afspraken over maakt met je kind. Zo weet je kind ook waar hij of zij aan toe is.
Wel of geen melatonine voor je kind?
Melatonine is een stof die het lichaam zelf maakt, waardoor je in slaap kunt komen. Sommige kinderen hebben te weinig van deze stof. En komen hierdoor moeilijk in slaap. Een pilletje met extra melatonine kan dan helpen. Het helpt alleen wanneer het in de juiste hoeveelheid en op het juiste tijdstip wordt gegeven.
Je kunt melatonine bij de drogist of apotheek kopen. Maar kinderartsen raden af om melatonine aan je kind te geven zonder doktersadvies. Met de dokter kun je uitzoeken of je kind te weinig melatonine aanmaakt. Er kunnen ook andere redenen zijn waardoor het inslapen niet goed lukt. Dan kan melatonine juist voor meer klachten zorgen. En kunnen de slaapproblemen langer duren. Bespreek het gebruik van melatonine dus altijd eerst met een dokter.