Is jouw kind verlegen? Dat is heel normaal. Als het er last van heeft, kun je hem of haar op weg helpen.
Normaal verlegen
Je kind is misschien verlegen als het iemand ziet die het niet kent. Of in een onbekende situatie. Het trekt zich dan misschien terug en zegt niets meer. Je kind heeft dan tijd nodig om zich veilig en vertrouwd te gaan voelen.
Veel kinderen groeien over hun verlegenheid heen. Verlegenheid kan ook gewoon met karakter te maken hebben. Het is niet erg als je kind verlegen is, als hij of zij er zelf geen last van heeft.
Als je kind het zelf vervelend vindt, kun hem of haar op gang proberen te helpen.
Cultuur en sekse
Wat de een verlegen noemt, noemt de ander beleefd. Dat hangt met cultuur samen. Ook vinden mensen verlegenheid bij meisjes soms minder een probleem dan bij jongens.
Verlegen door onzekerheid
Een kind kan ook verlegen zijn doordat hij of zij zich onzeker voelt, of weinig zelfvertrouwen heeft. Probeer te ontdekken waarin je kind zich wel zeker voelt, wat hij of zij goed kan en stimuleer je kind daarbij. Doe samen dingen waarbij het niet belangrijk is wie er wint of het best presteert. Zorg dat je kind regelmatig andere mensen ontmoet, zodat de wereld van je kind groter en minder eng wordt.
Probeer je verlegen kind te begrijpen
Is je kind te verlegen of past dit bij zijn leeftijd? Heeft de verlegenheid met zijn of haar karakter of onzekerheid te maken? Heeft je kind er zelf last van? Of valt dat wel mee? Wordt je kind ermee gepest? Praat er met andere mensen over, zonder dat je kind daar bij is.
Was je zelf ook verlegen?
Was je vroeger zelf verlegen en wil je je eigen kind dat besparen? Misschien spoor je je kind extra aan? Dat kan tot irritatie leiden. Je kunt je kind ook als meer verlegen inschatten dan het eigenlijk is. Of misschien ben je zelf juist heel anders, spontaan en makkelijk in de omgang? Vind je de verlegenheid van je kind vervelend? Sta stil bij je eigen gevoelens en probeer je in te leven in wat je kind voelt. Probeer de stappen die je kind wél zet te zien en die fijn te vinden.
Hoe kun je je verlegen kind steunen?
- Help je kind op een zachte manier door spannende situaties heen.
- Maak het onbekende bekend. Vertel bijvoorbeeld waar jullie heen gaan en wie daar is.
- Straal vertrouwen uit dat je kind zich redt in nieuwe situaties.
- Bespreek samen wat je kunt doen in een spannende situatie. Laat je kind daarna wel los en vertrouw erop dat hij of zij zich redt.
- Maak tijd voor je kind als hij of zij zich teruggetrokken gedraagt. Praat erover. Je kind voelt dan zich begrepen en gesteund.
- Knuffel je kind veel, want knuffelen is goed tegen stress.
- Geef zelf het goede voorbeeld en laat zien dat je zelf ook op moeilijke situaties afgaat. Vertel je kind hoe je je voelde in een spannende situatie en hoe je het hebt opgelost.
- Geef je kind een compliment als hij of zij stappen neemt. Niet overdreven enthousiast, maar vertel dat je wist dat je kind die stap kon zetten.
- Onderneem actie als je merkt dat je kind wordt gepest.
Dit kun je beter niet doen als je kind verlegen is
- Besteed niet te veel aandacht aan de verlegenheid en het teruggetrokken gedrag.
- Noem je kind niet verlegen waar hij of zij bij is. Laat anderen je kind ook niet verlegen noemen.
- Bescherm je kind niet te veel door hem of haar weg te houden van moeilijke situaties.
- Probeer niet voor je kind te gaan praten. Help je kind niet te veel.
- Word niet boos en dwing je kind niet om door te zetten als hij of zij bang is. Dit maakt je kind onzeker en boos.
- Dwing je kind niet en zeg ook geen dingen als: “Ik word verdrietig als je die meneer geen hand geeft.”
Is je kind afwachtend?
Sommige kinderen kijken eerst een poosje de kat uit de boom voordat ze mee gaan doen. Daar is niets mis mee, als ze daar zelf tevreden mee zijn. Zie je dat je kind mee wil doen, maar dat eigenlijk niet durft? Dan is het fijn als je je kind hierbij helpt:
- Geef je kind de kans om in het eigen tempo vertrouwd te raken met iets onbekends of nieuwe mensen. Leg uit wat er gaat gebeuren en stel je kind op zijn gemak.
- Geef je kind genoeg tijd om te kijken wat er gebeurt en na te denken. Je kunt het daarna een keer aanmoedigen om actief mee te doen.
- Zeg regelmatig dat het niet erg is om fouten te maken, dat je iets mag proberen, dat je vragen mag stellen of hulp mag vragen.
- Je kind kan zelf al veel. Laat zien dat je daar vertrouwen in hebt.
Verlegenheid en angst
Gewone verlegenheid is anders dan sociale angst. Een kind raakt dan in paniek als hij of zij een kamer binnen moet met allemaal vreemden.
Heb jij het gevoel dat er meer aan de hand is dan gewone verlegenheid? Je kunt hier over praten met de Jeugdgezondheidszorg bij jou in de buurt.