Kan je kind maar een paar minuten met iets bezig zijn? Is zijn of haar aandacht al snel weer afgeleid? Als het ouder wordt, leert je kind steeds beter om langere tijd met hetzelfde bezig te zijn. Je kunt je kind helpen zich beter te leren concentreren. Bijvoorbeeld door spelletjes, minder drukte en prikkels en door rekening te houden met wat je kind interessant vindt.
Hoe ouder hoe meer concentratie
Als je kind geconcentreerd is, kan hij of zij een tijdje met hetzelfde spelen. Voor peuters en kleuters is het meestal nog lastig om zich op één ding te richten. Een kind in de bovenbouw kan dat meestal al heel goed.
Meer of minder concentratie
Het ene kind kan zich beter concentreren dan het andere. Dat zit ook gewoon in het karakter. Ook zijn de interesses verschillend. En wanneer een kind iets interessant vindt om te doen is de concentratie beter. Sommige kinderen zijn heel gevoelig voor prikkels en dat kan ook invloed hebben.
Als je kind moe of niet lekker is, is de concentratie ook minder goed. Is er iets vervelends gebeurd of zijn er spanningen in huis? Dan is het voor je kind ook moeilijker om zich te concentreren.
Hoe help je je kind zich beter te concentreren?
Tip 1: Zorg voor een rustige omgeving
Ruim speelgoed op waar nu niet mee gespeeld wordt. Zet de tv of muziek uit. Geef aandacht aan wat je kind doet. Laat hem of haar voelen dat jullie alle tijd en aandacht hebben.
Sommige kinderen hebben meer rust of verwerkingstijd nodig.
Tip 2: Doe samen geheugenspelletjes
Memory is een spel waarbij je kind goed moet opletten. Als dat goed gaat, kun je steeds meer plaatjes gebruiken. En natuurlijk als je kind ouder wordt. Zo leert je kind zich steeds langer concentreren.
Tip 3: Sluit aan bij de interesse van je kind
Kinderen kunnen zich beter concentreren als ze het leuk vinden waar ze mee bezig zijn. Heeft je kind zelf bedacht wat het wil doen? Dan is de concentratie vast beter dan wanneer het moet doen wat jij wil. Kijk en luister goed naar de ideeën en behoeften van je kind en sluit daar bij aan. Het is ook belangrijk dat een activiteit past bij wat je kind kan. Het moet niet te makkelijk of te moeilijk zijn.
Tip 4: Help je kind doorzetten
Je kind kan natuurlijk iets proberen en merken dat het toch niet zo leuk is. Als hij of zij dan met iets anders wil spelen, komt dat niet door een slechte concentratie.
Bedenk ook dat je kind nog moet leren om af te maken waar het aan begint. Je kunt dit oefenen. Soms helpt het als je bijvoorbeeld zegt: ‘Als je dit eerst vastplakt, kun je het daarna afmaken.’ Geef je kind complimenten als het doorzet.
Je kunt je kind aanmoedigen om iets langere tijd te doen, maar overdrijf het niet. Je wilt geen ‘politieagent’ zijn.
Tip 5: Mislukken hoort erbij
Het is niet erg als iets niet lukt. Het resultaat is veel minder belangrijk dan het bezig zijn. Kinderen leren er ook van als iets niet lukt. Heeft je kind een toren gebouwd en valt die om? Als hij of zo volgende keer de grote blokken onderaan legt, wordt de toren steviger. Of ze leren dat de toren niet blijft staan als het papier te dun is. Dan proberen ze het de volgende keer met karton.
Maak je je ongerust over de concentratie van je kind?
Denk je dat er meer aan de hand is? Kijk voor meer informatie op Balansdigitaal.nl, de website voor ouders van kinderen met een leer- of gedragsprobleem.
Maak je je zorgen over de concentratie van je kind? Praat er eens over met andere ouders of met de pedagogisch medewerkers van de speelleergroep of het kinderdagverblijf of met de leerkracht van school.
Of neem contact op met je huisarts of de Jeugdgezondheidszorg.