Het is goed als je kind in contact komt met andere kinderen. Je peuter leert dan met andere kinderen omgaan. Hoe ouder je kind wordt, hoe beter het rekening kan houden met andere kinderen en hun gevoelens. Dan krijgen kinderen soms ook vriendjes.
Contact met andere peuters
Je kunt je kind helpen vriendjes te vinden om mee te spelen. Zorg ervoor zorgen dat je peuter andere kinderen ontmoet.
- Nodig eens een andere peuterouder uit op de koffie, zodat jullie kinderen samen kunnen spelen.
- Ga naar de kinderboerderij of een speelpleintje in de buurt.
- Speelotheken hebben vaak speeluurtjes.
- In veel bibliotheken kun je naar het Boekstart-café.
- In sommige gemeenten is er ook een ouder/kind/mama-café.
Vriendjes worden
Peuters spelen naast elkaar en nog niet echt samen. Ze wisselen vaak van ‘vriendje’. Echte vriendschap kun je dit nog niet noemen. Je peuter is nog te jong om spullen te delen en elkaar dingen te vertellen. Toch zie je misschien dat je kind op de speelleergroep steeds hetzelfde kind kiest om naast te zitten. Waarschijnlijk heeft dat kind dezelfde interesses als jouw peuter. Als jouw peuter de hele tijd wil rondrennen, zal het niet snel vriendjes worden met een kind dat graag kleurt en puzzelt. Het komt ook voor dat kinderen elkaar aankijken en meteen een klik hebben. En lol met elkaar hebben. Geef je kind de tijd en ruimte om in zijn eigen tempo vriendjes te maken. Maak er geen verplichting van.
Delen is moeilijk
Peuters moeten nog leren met elkaar om te gaan. Ze kunnen nog niet goed gevoelens van anderen herkennen. Peuters gaan ervan uit dat andere kinderen precies zo denken als zijzelf. Ze zijn hun ‘eigen ik’ nog aan het ontdekken. Van ‘samen spelen, samen delen’ snappen peuters nog niet veel. Als een vriendje met hetzelfde autootje wil spelen, kan je peuter dat heel moeilijk vinden. Het kan helpen als jij vertelt wat er gebeurt: “Ik zie dat jullie allebei met de brandweerauto willen spelen. Dat kan om de beurt. Eerst mag Finn, daarna mag jij met de auto.”
Je kunt delen en op je beurt wachten ook oefenen. Doe samen een spelletje en laat je peuter dan niet altijd winnen. Of geef een voorstelling met handpoppen. Die laten zien hoe ze samen spelen en vriendjes zijn.
