Iedereen is weleens bang. Tieners ook. Waar komt hun angst vandaan? Hoe kun je je kind helpen? Wanneer moet je je zorgen maken?
Hoe herken je angst bij je puber?
Een puber denkt veel na over zichzelf en over wat anderen van hem of haar vinden. Hoe zie ik eruit? Wat denken anderen over mij? Waar hoor ik bij?
Soms zie je duidelijk dat je kind angstig is. Je kunt merken dat je kind
- zich terugtrekt, weinig praat en veel alleen is. Hij of zij gaat niet naar sommige plekken, zoals feestjes of naar school.
- zich moeilijk kan concentreren, slecht slaapt, vaak schrikt of snel boos is of bang om iets verkeerd te doen.
- vaak piekert over nare gebeurtenissen, zoals oorlog, ziekte of natuurrampen. Hij of zij is altijd op zoek naar meer informatie.
Tieners laten vaak niet zien dat ze bang zijn. Als je dit bij je puber merkt, denk je misschien niet meteen aan angst:
- heel stoer doen;
- risico’s nemen, zoals alcohol drinken;
- zich overdreven zeker van zichzelf gedragen. Het lijkt alsof je kind zich beter vindt dan andere mensen;
- in bed plassen;
- niet naar school gaan (spijbelen);
- lichamelijke reacties, zoals buikpijn, hoofdpijn, uitslag of geen zin in eten.
Waar kan de angst bij je puber vandaan komen?
Er zijn verschillende oorzaken die angst bij een kind kunnen veroorzaken of erger maken. Bijvoorbeeld:
- Als je kind heel verlegen is.
- Als je kind gepest wordt.
- Als je zelf angstig bent, kun je dat overbrengen op je kind. Ook als je er veel over praat, kan je kind bang worden.
- Als je je kind te veel beschermt, kan dat angst versterken.
- Heftige gebeurtenissen, zoals een overlijden of ouders die gaan scheiden.
- Een slechte sfeer of geweld in het gezin.
- Ziektes als astma, diabetes, epilepsie, migraine of een depressie.
- Sommige medicijnen. Ook die je zonder recept kunt kopen, zoals medicijnen tegen verkoudheid of reisziekte.
- Alcohol, drugs of drankjes met cafeïne.
- Te vroeg geboren zijn of een laag geboortegewicht kan de kans op een angststoornis groter maken.
Hoe kun je je puber met angst helpen?
- Herken de angst van je kind en neem de angst serieus.
- Bespreek de angst, zodat je tiener zich begrepen en gesteund voelt. Spreek je vertrouwen in je kind uit.
- Bespreek samen wat je kunt doen in een angstige situatie. Je kind leert zo nieuwe oplossingen ontdekken.
- Geef zelf het goede voorbeeld. Doe zelf ook dingen die je spannend vindt en vraag je puber om hulp.
- Zorg voor een goede sfeer in huis en besteed aandacht aan elkaar.
- Geef positieve aandacht om het zelfvertrouwen van je kind te vergroten.
Lees tips om het zelfvertrouwen van je kind te helpen groeien. - Moedig je puber aan om zelf dingen te doen, ook dingen die hij of zij moeilijk vindt. Maar dwing je kind niet om iets te doen.
- Geef een compliment als je kind iets probeert.
- Verwacht niet te veel, maar ook niet te weinig van je kind. Probeer een eerlijk beeld te krijgen van wat je kind kan. Faalangst krijgt dan minder kans.
Lees meer over faalangst. - Wil je puber niet met jou over de angst praten? Probeer dan iemand te vinden met wie hij of zij dat wel kan. Dat kan ook de huisarts zijn.
- Gezond eten, genoeg ontspannen en slapen kan zeker helpen. Net als veel buiten zijn, dansen of bezig zijn met muziek. Let op dat je kind geen alcohol of drugs gebruikt.
- Laat je tiener, als hij of zij wil, een sociale vaardigheidstraining of een weerbaarheidstraining doen.
Wanneer moet je hulp zoeken bij de angst van je kind?
Soms heeft je kind zo vaak, lang of heftig last van angst dat het zijn of haar dagelijks leven moeilijk maakt. Je kind kan dan niet meer bezig zijn met normale dingen of heeft er geen plezier meer in.
De angst kan dan een angststoornis worden.
Zoek dan hulp.
Zoek ook hulp als je kind bang is voor dingen die andere jongeren van dezelfde leeftijd niet eng vinden.
Bespreek de angst van je kind met de jeugdgezondheidszorg of de huisarts.
- Op thuisarts.nl lees je meer over angst bij kinderen.
- Op de website van de Angst, Dwang en Fobie-stichting lees je meer over angststoornissen en fobieën.
- Op wijzijnmind.nl kan je angstige kind lezen over helpende en niet-helpende gedachten.

