Puber
Onzekerheid en zelfvertrouwen van je puber mood picture

Onzekerheid en zelfvertrouwen van je puber

Tijdens de puberteit kan een kind onzeker worden. Waar komt deze onzekerheid vandaan? En hoe kun je je kind helpen meer zelfvertrouwen te krijgen?

Waarom zijn pubers vaak onzeker?

Sommige pubers gaan over van alles twijfelen. Zie ik er wel leuk uit? Vinden anderen mij niet stom? Is het wel belangrijk wat ik vind? Kan ik dat wel?

Vanaf ongeveer 12 jaar krijgen veel pubers minder zelfvertrouwen. Rond 15 jaar is die vaak het laagst. Daarna stijgt de eigenwaarde bij de meesten weer snel.

  • Pubers gaan zich meer richten op anderen dan op hun ouders. Dan blijkt dat je je tegenover leeftijdsgenoten meer moet waarmaken dan tegenover je ouders.
  • Pubers worden vaak onzeker van alle veranderingen in hun lichaam. Ook de nieuwe eisen op de middelbare school maken pubers onzeker. Ze moeten daar veel meer zelf doen. Nieuwe eisen maken mensen vaak tijdelijk onzeker.
  • Als je kind een andere afkomst, geloof of seksuele voorkeur heeft dan de meeste mensen, kan het extra onzeker worden. Hij of zij hoort er niet altijd als vanzelf bij en kan heen en weer geslingerd worden. Een negatief beeld in de maatschappij en discriminatie, bijvoorbeeld van moslims of homo’s, kan ook invloed hebben op hoe pubers naar zichzelf kijken.

Lees meer over omgaan met discriminatie van je kind.

Hoe merk je dat je tiener (te) weinig zelfvertrouwen heeft?

  • Je kind ziet vaak tegen dingen op of gaat activiteiten en contacten uit de weg. Of vraagt vaak of hij of zij iets wel goed doet. Je kind heeft moeite met kritiek.
  • Soms merk je als ouder misschien niet meteen dat je puber onzeker is. Je kind doet misschien juist opvallend grappig, stoer of brutaal. Soms doet een puber boos of koppig, maar eigenlijk is hij of zij onzeker.
  • Je puber twijfelt of het de nieuwe taak of verantwoordelijkheid aankan. Je puber verwacht af en toe dat iets zal mislukken. Maar dat is heel normaal.
  • Sommige pubers zijn te bang voor de gevolgen van een mislukking. Iets kleins en vervelends voelt voor een puber dan als iets heel ergs. Dan voelt een kind zich erg ongelukkig. Gelukkig zijn dat vaak momenten en wordt dit minder vanaf ongeveer 16 jaar.

Waar heeft je kind last van als het onzeker is?

  • Als je tiener zich niet goed genoeg voelt, kan het last krijgen van schaamte, boosheid en soms agressief gedrag. Daardoor raakt je kind misschien nog verder in de problemen.
  • Als je kind zich machteloos voelt en dingen uit de weg gaat, leert je kind er ook niet beter mee om te gaan. Je kind merkt dan niet dat het de volgende keer beter gaat als hij of zij iets moeilijks blijft proberen.
  • Als je het gevoel hebt dat je niet voldoet aan de eisen van anderen, kun je je somber en eenzaam voelen.

Hoe help je je puber meer zelfvertrouwen te krijgen?

Een tiener met zelfvertrouwen voelt dat het mag zijn wie hij of zij is. Hij of zij zit lekker in zijn of haar vel en durft dingen uit te proberen. Dat is heel belangrijk voor de ontwikkeling van je kind. Ook maakt het sociale contacten en school makkelijker.

In dit filmpje geeft Fiona tips over hoe je om kunt gaan met onzekerheid bij je puber:

De youtube video wordt niet getoond omdat de cookies niet zijn geaccepteerd. Ga naar https://www.youtube-nocookie.com/embed/4jhs0HQuTRs?rel=0 om hem alsnog te bekijken.

Geef de juiste complimenten

  • Laat vaak weten dat je kind iets goed doet. Dan voelt hij of zij zich gezien en gewaardeerd. Je vergroot dan de kans dat je kind het vaker doet. Geef complimenten over duidelijke dingen. Bijvoorbeeld: ‘Hé, jij hebt je kamer opgeruimd! Wat fijn!’ Zwak je compliment aan het eind niet af. Geef ook geen verborgen kritiek in je compliment. Dus niet: ‘Ik zou blij zijn als je dit vaker deed.’
  • Geef vooral complimenten als je kind zijn best gedaan heeft, niet per se over het resultaat. Bijvoorbeeld: ‘Wat heb jij hard zitten leren voor die proef, zeg!’ Het gaat niet om hoge cijfers of winnen. Het gaat om oefenen en je best doen. En om het plezier dat hij of zij ergens in heeft.
  • Waardeer je kind ook om zijn of haar smaak, nieuwe ideeën en meningen. Doe dat ook als je zelf een andere smaak hebt of het niet met je kind eens bent. Daar gaat het dan niet om. Je kunt er trots op zijn dat je kind eigen ideeën ontwikkelt.

Geef positieve aandacht

  • Is je kind (soms) onzeker? Ook pubers verlangen naar liefde en aandacht van hun ouders. Ook al lijkt dat soms niet zo. Geef je puber daarom positieve aandacht. Bijvoorbeeld als je kind iets heeft gedaan dat moeilijk is of waar hij of zij geen zin in had. Besteed alleen aandacht aan wat er niet goed is gegaan, als het echt nodig is.
  • Klaag niet te veel tegen je kind. Hij of zij kan dan denken: ik doe het toch nooit goed.
  • Geef je kind de ruimte om zich rot te voelen en fouten te maken. Probeer samen te bedenken hoe je kind dingen anders kan aanpakken. Bijvoorbeeld: ‘Wat goed dat je zelf je dat feestje hebt georganiseerd en dat jullie daarna zo snel opgeruimd hebben. Doe het gerust nog eens. Dan is het ook handig om van tevoren even de buren te waarschuwen.’

Geef vertrouwen

  • Geef je kind de kans om dingen zelfstandig te doen. Denk aan zaken zelf regelen, koken of oppassen op een jonger kind. Het geeft een goed gevoel om te kunnen laten zien dat je iets kunt. Straal zelf het vertrouwen uit dat je kind het kan.
  • Probeer niet alles voor je tiener op te lossen. Laat je kind ook zelf oplossingen bedenken voor problemen. Wil hij of zij laat thuiskomen? Vraag je kind om na te denken hoe dat op een veilige manier kan. Bijvoorbeeld door met vrienden terug te fietsen, met het openbaar vervoer te gaan of te logeren.

Leg geen eigen verwachtingen op aan je kind

  • Verwacht geen dingen die niet bij je kind passen en die het niet kan. Leg je kind niet langs een lat van dingen die hij of zij moet kunnen en doen. Je kind krijgt dan het gevoel dat het niet goed genoeg is. Probeer verschil te maken in wat jij voor jouw kind wilt en wat je kind zelf wil.
  • Vergelijk hem of haar ook zeker niet met anderen.
  • Let er ook op dat je kind niet te veel van zichzelf verwacht. Daar wordt het alleen maar onzeker van.

Toon echte aandacht en interesse

  • Neem af en toe de tijd voor een gesprek. Kies er een goed moment voor, bijvoorbeeld als je kind wat rondhangt of als je samen onderweg bent. Begin eens met een compliment over iets waarvoor hij of zij pas nog zijn best heeft gedaan. Vraag je kind waar het over nadenkt en wat hem of haar bezighoudt. Laat het niet te veel gaan over wat jij vindt maar luister vooral. Neem zijn of haar gevoelens serieus en wuif ze niet weg. Voor zo’n gesprek is 10 minuten vaak al genoeg. Het hoeven ook niet altijd ernstige gesprekken te zijn.
  • Laat je kind weten dat het altijd bij jou terechtkan. Misschien wil je kind met je praten over de onzekerheid. Vertel dat je kind niet de enige is die af en toe onzeker is. Maak er zelf geen groot probleem van.
  • Je hebt ook goed contact als je samen grappen maakt, lacht en dingen deelt.

Ga samen iets doen

Je hoeft niet altijd overal over te praten. Pubers staan daar ook niet altijd voor open. Samen iets doen is ook een hele fijne manier om je verbonden te voelen met je tiener. Soms is het dan ook makkelijker om te horen wat je puber bezighoudt. Je kunt je kind ook eens uitnodigen om bijvoorbeeld samen te hardlopen of naar de film te gaan.

Wil je hulp bij de onzekerheid van je puber?

Is je tiener erg onzeker? Op jongerenplatform JouwGGD kan je kind meer lezen over onzekerheid.

Wil je meer hulp voor je tiener? Dan kun je altijd overleggen met de jeugdgezondheidszorg.  Zij kennen ook de ontwikkeling van je kind tot nu toe.
Lees wat de jeugdgezondheidszorg doet.