De houding waarin je kind slaapt is belangrijk voor de veiligheid en voor de ontwikkeling van het hoofd.
Op de rug slapen
Leg je baby vanaf de geboorte op de rug in bed. De kans op wiegendood is dan kleiner, omdat je baby vrij kan ademen. De eerste weken slaapt je baby onder een laken en deken. Als je baby beweeglijk wordt en zich gaat verplaatsen in bed, is het tijd om een babyslaapzak te gaan gebruiken. Een laken en deken zijn dan niet meer nodig. Gaat je baby proberen om te rollen, dan kun je eventueel wel een laken en deken strak en stevig instoppen. Dan blijft je baby langer op zijn rug liggen.
Je hoeft niet bang te zijn dat je baby stikt als hij spuugt. Baby’s draaien automatisch hun hoofd om.
Voorkeurshouding
Leg je baby op de rug met het gezicht om de beurt naar links of naar rechts. Sommige baby’s draaien hun hoofd vanzelf naar een favoriete kant. Als je baby steeds met het hoofd naar dezelfde kant ligt, bestaat het risico dat hij of zij een voorkeurshouding ontwikkelt.
- Je kunt dit proberen tegen te gaan door bijvoorbeeld een mobiel boven de andere kant van het bed te hangen.
- Je kunt het bed regelmatig andersom opmaken of het hele bed omdraaien.
- Als je flesvoeding geeft, neem dan je baby de ene keer op je linkerarm en de andere keer op je rechterarm.
- Je kunt je baby overdag, als hij wakker is, regelmatig op de buik leggen. Dat is goed voor de ontwikkeling van de motoriek. Blijf er wel bij als je baby op zijn buik ligt.
Bekijk ook het filmpje van Groter Worden over voorkeurshouding:
De youtube video wordt niet getoond omdat de cookies niet zijn geaccepteerd. Ga naar https://www.youtube.com/embed/a6MOwxGHB5s?si=8hyCFU0pjSRFcSAI om hem alsnog te bekijken.
Buikligging en zijligging
Leg je baby niet op zijn zij. Met deze houding is het risico op wiegendood groter. Ook ontstaat na enkele weken de kans dat je baby op zijn buik rolt. Bij de ene baby gebeurt dit wat eerder dan bij de andere. Je baby op de zij vastleggen met behulp van zogeheten stabilisatierolletjes of wigjes is geen veilige oplossing.
Niet te warm toestoppen
Het is belangrijk dat je kind het niet te warm krijgt. Gebruik daarom geen dekbed bij kinderen jonger dan twee jaar. Een dekbed is te warm en baby’s kunnen zich eronder wurmen. Gebruik in plaats hiervan een goed passende babyslaapzak (trappelzak). Als je een gewatteerde slaapzak gebruikt, is extra beddengoed niet nodig. Een dunne slaapzak kun je eventueel combineren met een laken en/of een dunne deken. Maak het bed kort op, zodat de voeten van je baby bijna het voeteneind van het bed raken.
Dek je baby met koorts minder toe dan normaal.
Heen- en terugrollen
De meeste baby’s kunnen zelf omrollen als ze 5 tot 6 maanden zijn. Snelle baby’s kunnen dit al met 3 maanden. Soms kan je baby een poosje wel omrollen van rug naar buik, maar nog niet terug. Als je baby in bed op de buik gerold is, draai hem of haar dan terug naar zijn rug. Je kunt het omrollen in bed tegengaan door een laken en deken te gebruiken en die strak in te stoppen. Nog belangrijker is om het terugrollen te oefenen. Leg je baby overdag regelmatig op zijn buik en daag hem of haar uit terug te rollen, met een speeltje bijvoorbeeld. Zodra je kind zelfstandig heen en terug kan rollen, mag hij of zij zelf zijn slaaphouding bepalen en hoef je je baby niet meer terug te rollen naar de rug.
Inbakeren
Soms worden baby’s die veel huilen of onrustig slapen ingebakerd. Bij het inbakeren wikkel je je baby stevig in doeken. Of je kunt een kant-en-klare inbakerzak gebruiken. Dat is vaak veiliger en makkelijker dan een doek die los kan gaan. Overleg met de Jeugdgezondheidszorg als je je baby wilt inbakeren. Zij kunnen ook tips geven hoe je een vast patroon opbouwt bij het slapengaan. En ook hoe je bijvoorbeeld zorgt voor minder prikkels en meer regelmaat. Dat helpt vaak goed.
Kijk voor meer informatie over veilig slapen op de website van VeiligheidNL. Je kunt ook de slaaptest doen.