Omgaan met gevoelens en met anderen
Sociaal-emotionele ontwikkeling gaat over het omgaan met jezelf en de ander. Dat begint met het herkennen van de eigen gevoelens. ‘Ben ik boos, blij, verdrietig?’ Hoe ouder je kind is, hoe beter hij of zij woorden aan die gevoelens kan geven. Je kind leert de gevoelens ook accepteren. Hij of zij mag best eens boos zijn. Je kind mag dat vertellen en misschien zelfs op een kussen slaan. Maar je kind mag geen anderen slaan of iemand uitschelden.
Als je kind de eigen gevoelens begrijpt, leert hij of zij de gevoelens van anderen ook herkennen. Je kind kan dan meevoelen met anderen, samen spelen en delen en een ander troosten.
Kinderen die een goede band met hun ouders hebben, kunnen meestal goed omgaan met hun eigen gevoelens. Dat komt doordat ze weten dat ze met hun boosheid of verdriet altijd bij hun ouders terecht kunnen. Een sociaal-emotioneel goed ontwikkeld kind is in evenwicht en kan goed luisteren. Je kind zet dan door als het even niet lukt en pikt regels automatisch op. Je kind:
- loopt minder kans loopt om te worden gepest;
- krijgt meer zelfvertrouwen;
- gaat gemakkelijker om met anderen;
- kan zich op school beter concentreren.
Gevoelens leren herkennen
- Als je kind nog jong is, help hem of haar dan woorden aan het gevoel te geven. ‘Wat een verdriet. Heb je je pijn gedaan?’ Of: ‘Je kijkt zo bang. Ben je geschrokken?’
- Luister goed naar je kind. Dan kun je zijn of haar gevoelens goed begrijpen en erover praten. Zeg bijvoorbeeld: ‘Ik begrijp dat je heel boos werd op de juf toen jíj de klas uit moest. Want Erica zat te kletsen.’
- Leg, als je wilt, ook de andere kant van het verhaal uit. ‘Misschien heeft de juf niet goed gezien of gehoord wat er gebeurde.’
- Soms weet je kind niet of hij of zij nou boos is, of bang, of eigenlijk heel verdrietig. Probeer de gevoelens van je kind dan te noemen.
- Langzaam aan leert je kind meevoelen met anderen. Bij kleuters lukt dat vooral als het andere kind ongeveer dezelfde gevoelens heeft als hij of zij zelf.
Gevoelens laten zien kan op verschillende manieren
Hoe je gevoelens als boos, bang of verdrietig op een handige manier laat zien, moet je kind van jou leren. Geef dus het goede voorbeeld als je zelf boos of verdrietig bent.
Je kind laat gevoelens zien in hoe hij of zij zich gedraagt. Op welke manier dat is, hangt ook af van zijn of haar karakter, de situatie en de cultuur.
- Het karakter van je kind. Het ene kind is eerder blij of boos dan het andere. Dat is niet erg.
- De situatie. Op de tribune bij een voetbalwedstrijd kun je blijheid sterker laten zien dan bijvoorbeeld in de klas.
- De cultuur waarin je kind opgroeit en woont. In sommige landen wordt jongens bijvoorbeeld geleerd om niet te huilen als er iets is. In steden vinden mensen het normaler dat jongens elkaar kussen dan in sommige traditionele dorpen.
Kinderen die niet goed weten hoe ze met hun gevoelens moeten omgaan, gedragen zich vaak niet zoals we willen. Zij hebben hulp nodig. Vraag hierom bij de Jeugdgezondheidszorg.
Je kind helpen bij de sociaal-emotionele ontwikkeling
- Het allerbelangrijkst is geïnteresseerd zijn in wat je kind doet en zegt. Geef je kind warmte en aandacht.
- Neem de tijd om samen dingen te doen en te praten over de gevoelens van je kind. Zo krijgen jullie een goede band. Je kind voelt zich begrepen en voelt zich veilig en geborgen bij jou.
- Reageer positief, bijvoorbeeld met een knuffel of een compliment.
- Moedig je je kind aan. Je kind voelt zich dan fijn. Dat helpt hem of haar om ook lastige dingen aan te pakken.
- Steun je kind door rekening te houden met wat hij of zij wil.
- Geef je kind de kans om veel zelf te ontdekken.
- Zeg dat je kind alles aan je mag vertellen.
- Vertel je kind dat je trots op hem of haar bent, maar blijf nuchter. Je hoeft je kind niet telkens de hemel in te prijzen. Geef vooral complimenten als je kind erg zijn of haar best doet. Dat is belangrijk voor het zelfvertrouwen.
- Help je kind naar zichzelf kijken. Vraag hem of haar naar gevoelens en waarom hij of zij iets doet.
- Zorg ervoor dat je kind met andere kinderen kan samen spelen. Zo leert je kind omgaan met anderen buiten je gezin.
Regels en afspraken zijn goed voor je kind
Kinderen hebben afspraken en regels nodig. Regels geven je kind duidelijkheid en een veilig gevoel, ook al protesteert hij of zij misschien. Je helpt je kind door voor ritme en regelmaat te zorgen. Het is belangrijk om met veel liefde voorspelbaar en duidelijk te zijn. Daardoor krijgt je kind steeds meer vertrouwen.