Groei info/baby/gedrag/huilen/normaal huilen
Huilen en troosten mood picture

Huilen en troosten

Baby’s huilen vanaf het moment dat ze geboren worden. Sommige meer dan anderen. Hoe vaak en waarom huilen baby’s? Hoe kun je een baby troosten? Sommige dingen helpen tegen het huilen, bijvoorbeeld een vast ritme en minder prikkels. En wat als niets werkt tegen het huilen? Je kunt terecht bij de jeugdgezondheidszorg.

Waarom huilen baby’s?

Een baby kan gaan huilen als hij of zij honger heeft, een vieze luier heeft, aandacht wil, pijn heeft, zich niet lekker voelt (bijvoorbeeld door darmkrampjes), of gewoon moe is. Huilen is een manier om te laten zien wat ze nodig hebben.

Probeer er achter te komen waarom je baby huilt door goed te kijken en te luisteren. Waar wordt hij of zij rustig van, wat vindt je baby prettig en wat niet? Zo kun je de signalen leren herkennen en weet je sneller wat er aan de hand is. Vertrouw op jezelf en ga af op je gevoel.

Soms stopt het huilen als je op de signalen reageert. Bijvoorbeeld door je baby te voeden, te verschonen of op tijd naar bed te brengen.
Soms helpt even niks en huilt je baby door. Lees hieronder wat je dan kunt doen.

Hoe vaak huilen baby’s?

Baby’s huilen de eerste 3 maanden van hun leven het meest. De eerste 6 weken gemiddeld 2 tot 2,5 uur per dag. Dat is dus ‘normaal’. Vanaf 3 maanden wordt het huilen over het algemeen steeds minder. De huiltijd is dan ongeveer 1 tot 1,5 uur per dag. Meestal huilen baby’s dan ‘s avonds.

Baby’s krijgen steeds minder last van darmkrampjes, als ze dat hadden. Maar vooral kunnen ze steeds makkelijker laten weten wat ze voelen en willen.
Vanaf 7 maanden wordt het huilen nog minder. Een baby huilt op deze leeftijd vaak alleen nog als laatste mogelijkheid. Bijvoorbeeld als het heel moe is of pijn heeft.

De youtube video wordt niet getoond omdat de cookies niet zijn geaccepteerd. Ga naar https://www.youtube-nocookie.com/embed/dt8e4ZHcip4?rel=0 om hem alsnog te bekijken.

Wat is veel huilen?

Een deel van de baby’s huilt meer dan het gemiddelde. We weten niet waarom de ene baby wel en de andere baby niet veel huilt.
Als mensen vinden dat een baby veel huilt, hebben ze het vaak over een ‘huilbaby’.
Voor elke ouder voelt het huilen van een kind weer anders. Voor de ene ouder is 3 uur per dag veel en voor de andere ouder 1 uur per dag.

Bij 95% van de baby’s die veel huilen, is er geen lichamelijke oorzaak te vinden. Bij 5% van de baby’s is er wel een oorzaak. Bijvoorbeeld reflux, een koemelkallergie, of een blaasontsteking. Te vroeg geboren baby’s kunnen ook extra veel huilen als ze eenmaal thuis zijn. Hun signalen zijn vaak ook minder duidelijk.

Hoe kun je je baby troosten?

Soms is niet duidelijk wat er is. Hoe kun je je baby proberen te troosten?

  • Pak je huilende baby op en houdt hem of haar dicht tegen je aan. Knuffel je baby en maak huid-op-huidcontact. Je kunt je baby ook masseren.
  • Praat met je baby. De vertrouwde stem kalmeert hem of haar. Vertel je baby bijvoorbeeld steeds wat je gaat doen.
  • Loop stevig met hem of haar rond, je kunt erbij zingen of zachte muziek opzetten. Je baby hoort je stem en voelt je hartslag en kan dan misschien tot rust komen.
  • Wieg je baby zachtjes in bed, in het stoeltje of in de kinderwagen. Snelle, korte wiegbewegingen werken vaak beter dan lange, langzame bewegingen. Ondersteun het hoofdje wel goed.

Kies wat voor jou en je baby het prettigst voelt en probeer dat een tijdje uit. Doe niet elke dag iets anders.

Huilt je kind anders dan normaal? Zoals kreunend of zonder tranen? Vraag dan direct advies aan de huisarts of het consultatiebureau.

Wat kun je doen tegen het huilen? 

Genoeg rust
Rust is belangrijk voor baby’s, zeker tijdens de eerste weken. Breng je baby naar bed zodra je ziet dat hij of zij moe is.
Als je kraamvisite krijgt, hoef je de baby niet aan iedereen te geven. Kijk goed naar je baby en probeer in te schatten of het niet te veel wordt voor je baby. Als je baby slaapt als het bezoek komt, laat hem of haar dan slapen. Zo blijft je baby in het eigen slaapritme.

Vast ritme
Door een vaste en voorspelbare volgorde van activiteiten, weet je baby wat er komen gaat. Dit geeft een vertrouwd gevoel. Bijvoorbeeld, zodra je baby moe wordt: in bed leggen, laten slapen, wakker worden, voeden op verzoek, knuffelen, praten, samen spelen, alleen laten spelen en weer in bed leggen als hij of zij moe wordt, slapen, enzovoort. Let daarbij goed op de signalen van je baby. Zo kun je het ritme van je baby leren herkennen. En je eigen dagindeling er op aanpassen.

Vaste gewoontes
Vaste gewoontes helpen ook. Verschoon je baby bijvoorbeeld altijd op een vaste plek en doe dat telkens op dezelfde manier. Gebruik ook een vaste volgorde (ritueel) bij het slapen gaan. Bijvoorbeeld eerst even zingen, dan knuffelen, voorlezen, toedekken en tot slot een muziekdoosje aanzetten.

Minder prikkels
Zet bijvoorbeeld harde televisie of muziek uit of laat broers en zussen niet te wild met de baby spelen. Je kunt ook speeltjes in de box weghalen, tot er maar twee of drie zijn.

Baby’s worden vaak rustig van ‘white noise’: een constant, saai geluid, waardoor andere geluiden minder opvallen. Door zo’n geluid kunnen baby’s soms makkelijker in- en/of doorslapen. Een voorbeeld van white noise is het geluid van de stofzuiger. Je kunt een app gebruiken om white noise af te spelen, maar er zijn ook knuffels of muziekdoosjes.

Draagdoek
Je kunt je baby ook regelmatig in een strakke draagdoek of draagzak dragen. Stevig lopen kalmeert veel baby’s. Klop heel zachtjes op zijn billetjes in het ritme van je eigen hartslag. Hier worden sommige baby’s rustig van.
Voor vragen over een draagdoek kun je terecht bij de Jeugdgezondheidszorg of een draagconsulent. Je kunt ook bij de jeugdgezondheidszorg bespreken of inbakeren iets kan zijn voor jouw baby. Zij kunnen ook uitleggen hoe je dat veilig kunt doen.

Donkere kamer
Komt er veel licht in de kamer waar je baby slaapt? Als je baby niet goed slaapt, kun je de kamer donkerder maken.

Als niets lijkt te helpen, bespreek dan met de Jeugdgezondheidszorg wat je nog meer zou kunnen proberen.

Hoe houd je het vol als je baby veel huilt?

Als je een baby hebt die maar niet stopt met huilen, is dat heel moeilijk.

Heb je een partner? Zorg dan om de beurt voor jullie kind.
Woon je alleen, of werkt je partner ‘s nachts? Als je het kunt betalen, kun je misschien een oppas inhuren? Of kun je een familielid of vriend(in) vragen of om te passen? Dan kan je even iets voor jezelf doen of bijslapen. Misschien mag je baby er zelfs een nachtje logeren.
Je kunt ook met iemand afspreken dat je hem of haar kunt bellen als je merkt dat je het niet meer aan kunt.

Je kunt ook contact opnemen met de jeugdgezondheidszorg. De jeugdarts en jeugdverpleegkundige kunnen samen met jou uitzoeken of er toch misschien lichamelijke oorzaken zijn. En met jou kijken hoe je met het huilen kunt omgaan. Zij hebben een stappenplan voor baby’s die veel huilen.

Wanneer hulp zoeken?

Als niets lijkt te helpen en helemaal als je ‘s nachts geen slaap krijgt, kun je moe, wanhopig of boos worden. Soms kun je niet meer goed op je baby reageren. Leg je baby dan zachtjes op een veilige plek (zijn of haar bedje of de box), loop even weg en probeer rustig te worden.

Hoe radeloos je ook bent, zorg dat je je baby nooit heen en weer schudt! Je baby kan daar een flinke hersenbeschadiging door krijgen.
Merk je dat je je baby hard wilt aanpakken of het wilt slaan of schudden? Leg je baby op een veilige plek en neem direct contact op met de Jeugdgezondheidszorg of met je huisarts. Zij kunnen helpen.

Vind je het, ook door het vele huilen, moeilijk om positief contact te krijgen met je baby? En een band op te bouwen? Of heb je heel weinig gevoelens voor je baby? Ook dan is het belangrijk om hierover te praten met je huisarts, de Jeugdgezondheidszorg of een hulpverlener. Wacht liever niet met het vragen om hulp.