Kinderen leren taal van hun ouders, vrienden en ook op school. Wat doe je als je kind achterloopt met taal, bijvoorbeeld omdat je uit een ander land komt? En wat is een taalontwikkelingsstoornis?
Hoe leren kinderen taal?
Kinderen leren al taal vanaf hun geboorte. Ze leren taal als ze anderen horen praten. Het is belangrijk voor de taalontwikkeling dat ze verschillende woorden en lange zinnen horen.
Op de basisschool krijgen kinderen ook lessen over taal. Ze leren een verhaal begrijpen en navertellen, hun mening geven en een spreekbeurt houden. Ook leren ze schrijven, lezen, spelling en nog veel meer.
Lees meer over de taalontwikkeling van kinderen van 4 tot 12 jaar.
Lees meer over leren lezen.
Soms gaat het leren van taal minder makkelijk. Je kind kan achterlopen met taal.
Waardoor kan een kind moeite hebben met taal?
Niet alle kinderen zijn even snel met het leren van taal. Soms hebben ze meer tijd nodig. Als je kind niet goed Nederlands spreekt, kan dat komen doordat:
- je kind wat minder snel leert of niet zo goed is in taal;
- er thuis weinig wordt gepraat en weinig wordt voorgelezen;
- je kind nog weinig Nederlands heeft gehoord en gesproken;
- je kind heeft moeite met lezen en spellen en dyslexie heeft;
- je kind doof of slechthorend is.
Het is belangrijk om er iets aan te doen. Problemen met taal kunnen leiden tot leerproblemen.
Lees meer over leerproblemen.
Hoe kan je kind beter Nederlands leren?
Spreekt je kind niet goed Nederlands? Kent je kind te weinig Nederlandse woorden omdat het in een andere taal is opgevoed? Of heeft je kind een taalachterstand?
Dan is het moeilijk om lessen op school goed te kunnen volgen.
Veel scholen geven extra aandacht aan het leren van de Nederlandse taal. Dan wordt school straks makkelijker.
Vroegschoolse educatie
Sommige scholen hebben speciale taalprogramma’s voor kinderen in de peuteropvang en groep 1 en 2 van de basisschool. Dit is voor kinderen met een andere moedertaal en voor Nederlandse kinderen met een taalachterstand. Dit heet voorschoolse- en vroegschoolse educatie.
Remedial teaching
Sommige kinderen krijgen op de basisschool extra les om beter in Nederlands te worden. Bijvoorbeeld remedial teaching. Dit zijn lessen speciaal gemaakt voor jouw kind. Zo kan je kind beter meedoen in de klas.”
Kopklas of schakelklas
Kinderen met een taalachterstand kunnen aan het eind van de basisschool hulp krijgen in een kopklas of schakelklas. Zij krijgen na groep 8 een extra jaar basisonderwijs met heel veel Nederlands. Zo kunnen ze een betere start maken op de middelbare school. Op rijksoverheid.nl lees je meer over de kopklas of schakelklas.
Taalles
Op sommige middelbare scholen kunnen leerlingen die niet goed Nederlands spreken, extra taalles krijgen. Scholen krijgen extra geld om leerlingen die geen of weinig Nederlands spreken, te helpen. Vraag op school wat er mogelijk is.
Internationale schakelklas
Als je kind tussen 12 en 18 jaar nog maar net in Nederland is, kan je kind misschien naar een internationale schakelklas.
Meer lezen en praten
Je kind kan ook zelf oefenen door boeken te lezen. Bijvoorbeeld uit de bibliotheek. Ook kan het helpen om naar Nederlandse films te kijken. Moedig contact aan met mensen die goed Nederlands spreken.
Wat is een taalontwikkelingsstoornis?
Soms spreekt je kind de taal niet goed omdat het minder aanleg heeft om taal te leren. Je kind kan moeite hebben met praten of met het begrijpen van taal. Woorden klinken anders. Of je kind hoort niet of een zin goed of fout is. Veel kinderen met taalproblemen krijgen ook moeite met lezen.
Het leren van taal gaat dan niet vanzelf, en het is niet duidelijk waarom.
Dit noemen we een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Ongeveer vijf procent van de mensen heeft een taalontwikkelingsstoornis.
Lees op kentalis.nl hoe je een TOS bij je kind kunt herkennen.
Lees op kindentaal.nl meer over spraak- en taalontwikkeling.
Achterlopen met taal komt niet altijd door een taalontwikkelingsstoornis. Er kunnen ook andere oorzaken zijn. Praat erover met de jeugdgezondheidszorg of met de huisarts.
Wat is dysfasie?
Dysfasie is een vorm van een TOS, een taalontwikkelingsstoornis. Je kind begrijpt meestal meer dan hij of zij zelf kan zeggen. We weten niet hoeveel kinderen dysfasie hebben.
Zo herken je dysfasie:
- Je kind begrijpt anderen wel, maar praat zelf weinig of slecht. Je kind moet zoeken naar de juiste woorden en zegt dan net iets anders dan het bedoelde.
- Gedachten en gevoelens uitdrukken is moeilijk.
- Een duidelijk verhaal vertellen is lastig. Je kind springt van het ene onderwerp over naar het andere onderwerp.
- Een gesprek voeren of een vraag beantwoorden is moeilijk. Je kind vertelt liever iets uit zichzelf.
- Sommige kinderen met dysfasie zijn moeilijk te verstaan.
- Sommige kinderen met dysfasie hebben problemen met bewegen.
Heeft je kind dysfasie? Praat met je kind op het niveau dat past bij zijn of haar leeftijd. Je kind begrijpt wel wat je zegt.
Dysfasie gaat niet weg, maar met hulp kan je kind zich goed ontwikkelen.
Een kind met dysfasie kan hulp krijgen van een zorgverlener bij het leren communiceren.
Heb je zorgen over de taalontwikkeling van je kind?
Bespreek je zorgen over de taal van je kind met de leerkracht op school.
Je kunt ook advies vragen aan de jeugdgezondheidszorg of de huisarts. De jeugdarts of huisarts bespreekt met je wat de oorzaak van de taalproblemen kan zijn.
Als het nodig is, krijg je een verwijzing naar bijvoorbeeld een audiologisch centrum of een logopedist.