Op school en in het contact met vrienden zijn spraak en taal belangrijk. Daarom is het vervelend als je tiener de Nederlandse taal (nog) niet goed spreekt. Ook kan je puber last hebben van andere spraak- of taalproblemen. Welke taal- en spraakproblemen bestaan er? Wat voor hulp is daarvoor te krijgen? En hoe kun je zelf je tiener helpen?
Wat is een taalachterstand?
Als je de Nederlandse taal nog niet goed (genoeg) spreekt, noemen we dit een taalachterstand. Deze kinderen kennen te weinig Nederlandse woorden. Zo wordt het lastig om teksten en lessen op school goed te kunnen volgen. Problemen met taal kunnen daarom leiden tot leerproblemen.
Is er op school hulp bij een taalachterstand?
- Kinderen met een taalachterstand krijgen hulp in bijvoorbeeld een kopklas of ze krijgen extra taalles. Een kopklas is voor leerlingen die aan het eind van de basisschool onder hun niveau presteren. Dit komt dan door een taalachterstand in het Nederlands. Deze leerlingen krijgen dan na groep 8 een extra jaar basisonderwijs met heel veel Nederlands. Daarna kunnen ze een betere start maken op de middelbare school.
- Op sommige middelbare scholen kunnen leerlingen die niet goed Nederlands spreken, extra taalles krijgen. Als je kind nog maar net in Nederland is, heeft de school misschien wel een opvangklas. Scholen krijgen extra geld om leerlingen die geen of weinig Nederlands spreken, te helpen. Vraag op school wat er mogelijk is.
Wat kun je zelf doen bij een taalachterstand bij je kind?
- Als het nodig is, kun je je kind speciale cursussen laten volgen. Denk aan schrijfvaardigheidslessen of spreekvaardigheidslessen.
- Je kind kan ook zelf meer oefenen door boeken te lezen. Bijvoorbeeld uit de bibliotheek. Ook kan het helpen om naar Nederlandse films te kijken.
- Stimuleer contact met vrienden en anderen die goed Nederlands spreken.
Wat is een taalontwikkelingsstoornis?
Soms heeft een kind moeite met praten of met het begrijpen van taal. Woorden klinken anders. Of je puber hoort zelf niet wat er goed of fout is in een zin. Ongeveer vijf tot zeven procent van de bevolking heeft een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Bij een taalontwikkelingsstoornis gaan de hersenen minder goed met taal om. Dit komt door aanleg, je kunt er niets aan doen.
Kijk op Kentalis.nl om een TOS bij je kind te herkennen. Je kunt meer lezen over spraak- en taalontwikkeling op Kindentaal.nl.
Wat is dysfasie?
Dysfasie is een stoornis in je hersenen bij de ontwikkeling van spraak en taal. Je puber begrijpt meestal veel meer van wat anderen zeggen, dan het zelf kan zeggen. Dysfasie komt best vaak voor, ook de ernstige vormen. Dysfasie herken je door:
- Een tiener met dysfasie begrijpt anderen wel, maar praat zelf erg weinig of erg slecht. Het kind moet zoeken naar de juiste woorden. Het zegt iets net iets anders dan het had bedoeld.
- Het vertellen van gedachten en gevoelens gaat moeizaam.
- Een duidelijk verhaal vertellen is lastig. Je puber springt van het ene onderwerp ineens over naar het andere onderwerp.
- Een gesprek met een ander voeren of directe vragen beantwoorden is moeilijk. Je puber vertelt liever iets uit zichzelf. Vaak gaat het praten in een spontane situatie veel beter dan wanneer er iets wordt gevraagd.
- Sommige kinderen met dysfasie zijn moeilijk te verstaan.
- En veel kinderen met dysfasie hebben ook problemen met bewegen (motorische problemen).
Tip: het is belangrijk om je tiener met dysfasie op zijn of haar leeftijdsniveau aan te spreken. Kinderen begrijpen wel wat je zegt. Een expert kan jou en je kind ondersteunen bij het praten. De dysfasie gaat daarmee niet over. Maar er zijn wel manieren om ervoor te zorgen dat je kind zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Goede begeleiding is dus belangrijk.
Stottert je puber?
Stotteren is het niet-vloeiend kunnen praten. Je hoort herhalingen, verlengingen en blokkades: b-b-b-buiten, iiiiiiiik bijvoorbeeld. Dit valt op en een puber wil niet anders zijn dan anderen. Je puber doet daarom zijn best om niet te stotteren. Misschien schaamt je kind zich wel of wordt het zelfs gepest.
- Praat erover met je tiener. Geef aan dat je snapt dat het lastig is. Vraag je puber hoe hij of zij het liefst wil dat mensen reageren als het niet uit de woorden komt. Lees samen de informatie over stotteren voor jongeren op stotteren.nl.
- Vraag je puber ook of hij of zij naar een logopedist of stottertherapeut wil. Een logopedist is opgeleid om te helpen bij stotteren. De logopedist kan extra hulp vragen van een stottertherapeut. Een stottertherapeut is een specialist in stotteren. De logopedist legt uit waardoor het stotteren komt. Ook legt hij of zij uit wat je kind moet doen als het stottert. Daarnaast kijkt hij of zij hoe je puber zich voelt en wat het denkt bij het stotteren. De logopedist helpt je kind om hier mee om te gaan. Je kind krijgt manieren aangeleerd om met spannende situaties om te gaan. Meer informatie over stotteren lees je op logopedie.nl.
Wil je hulp bij taalproblemen bij je puber?
Maak je je zorgen over de taalontwikkeling van je tiener? Praat er eens over met de leraar. Of praat erover met de huisarts of met de jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg. Als het nodig is word je doorgestuurd naar een specialist. Dat kan bijvoorbeeld een audiologisch centrum zijn of een logopedist.