In Nederland zijn veel ouders gelovig. Voor hen speelt het geloof vaak een belangrijke rol in de opvoeding van hun kinderen.
Wat vind je belangrijk in het leven?
Als je gelovig bent, ga je misschien naar de kerk of de moskee en vier je bepaalde feestdagen. Je staat ook op een bepaalde manier in het leven. Dat bepaalt wat je je kinderen wilt meegeven. Bijvoorbeeld over eerlijk en behulpzaam zijn. Ook niet-gelovige ouders geven hun kinderen bepaalde normen en waarden mee.
Als je jouw kind andere waarden wilt meegeven dan wat bijvoorbeeld op school gebruikelijk is, praat er dan over met jouw kind en leg uit waarom je dat wilt.
Andere gewoontes
Als je gelovig bent, doe je soms dingen anders dan anderen. Je wilt bijvoorbeeld niet dat je dochter meegaat op schoolkamp. Of dat je kind traktaties krijgt waar varkensvlees (gelatine) in is verwerkt. Probeer aan andere ouders en op school uit te leggen hoe jij erover denkt en vraag of ze er rekening mee willen houden. Misschien kun je met de schoolleiding tot een oplossing komen waardoor jouw dochter toch mee kan op kamp. Je kunt ook wat laten zien van jullie gewoontes. Bijvoorbeeld door je kind te laten trakteren met het Suikerfeest.
Beide ouders een ander geloof
Soms hebben beide ouders een ander geloof. Dan is het belangrijk om elkaars geloof te respecteren en je daarin te verdiepen. Natuurlijk hoef je je niet tot het geloof van je partner te bekeren. Het is verstandig afspraken te maken over de opvoeding, wat doe je wel en wat mag niet? Veel ouders lukt het om hun kind op te voeden met twee geloven. Uiteindelijk maken kinderen later zelf hun keuze.
Discussies over geloof in de samenleving
Over sommige opvattingen van (streng)gelovigen ontstaan felle, maatschappelijke discussies. Bijvoorbeeld als ouders hun kind niet laten inenten tegen besmettelijke ziektes. Dit gaat volgens anderen dwars tegen de belangen van kinderen in.
Het is niet nodig om jouw keuze voor een geloof te verdedigen tegenover anders- of niet-gelovige mensen. Maar het helpt wel als je uitlegt waarom je misschien anders over situaties in de opvoeding denkt. Als mensen – en dat geldt ook voor je eigen kinderen – begrijpen waarom je dingen misschien anders aanpakt, zorgt dat voor meer begrip voor elkaar.
Hulp nodig?
Met algemene opvoedingsvragen kun je altijd bij de Jeugdgezondheidszorg en huisarts terecht. Maak bijvoorbeeld gebruik van de Ouderchat. Heb je vragen, die met je geloof te maken hebben? Binnen je eigen geloofsgemeenschap zijn andere ouders, die misschien met eenzelfde opvoedingskwestie bezig zijn. Het is fijn om met elkaar te praten en ideeën van elkaar te krijgen. Ook zijn er binnen je geloofsgemeenschap, maar ook op school. vertrouwenspersonen, met wie je kunt praten zonder dat het wordt doorverteld.